Er was racisme in de ministerraad, wat Achahbar er ook van vindt

Als we de beelden van Annet de Graaf en Benjamin ‘Bender’ Buit niet hadden gehad, zou de waarheid misschien wel voor altijd verborgen blijven. Houd dat in je achterhoofd bij alles wat er gezegd en geschreven wordt over de gebeurtenissen rond Maccabi in Amsterdam. Als we die opnames niet hadden gehad, dan stond het nu onomstotelijk vast dat in Amsterdam een jodenjacht had plaatsgevonden: een vooraf beraamde daad met een terroristisch motief, gepleegd door Marokkanen met banden met Hamas, ingegeven door religieuze overtuigingen. Een daad waarvoor zij gedeporteerd moeten worden. Als we de beelden niet hadden gehad, dan was Nederland nu slechts nog bezig geweest met de voorbereidingen op het etnisch zuiveren van onze samenleving. Op basis van wat nu blijkt vooral een spin te zijn geweest van Netanyahu. Hasbara, de welbekende Israëlische propagandawerkelijkheid.

Pogrom

Eerst even wat feiten op een rijtje: Premier Schoof was die bewuste nacht niet bereikbaar voor de noodoproepen van burgemeester Halsema. Maar met de slaap nog in de ogen, zonder het feitenrelaas af te wachten, gooide hij er vanuit Boedapest om 7 uur ’s ochtends wel een stevig statement uit: Het waren ‘onacceptabele antisemitische aanvallen op Israëliërs’. Later voegde hij er nog aan toe dat het geweld te wijten was aan een integratieprobleem, van jongeren die hij op filmpjes Arabisch had horen spreken. De coalitie was het er unaniem over eens dat het ging om islamitische jongeren. ‘Marokkanen!’ schreeuwden Van der Plas en Wilders in koor. De regering spreekt met één mond. Niemand sprak het tegen.

Ook voor de internationale pers schroomde de premier niet om de gebeurtenissen te verkopen als een terroristische, antisemitische daad, gepleegd door op joden jagende Marokkanen in Amsterdam. Er werd harde taal gebruikt; er werd gesproken over een heuse Kristallnacht, een pogrom, het afpakken van paspoorten, terrorisme, denaturaliseren, uitzetten. Ministers moesten uitzoeken niet óf maar hóe dat mogelijk was, want dat is – om het in de woorden van Van der Plas uit te drukken – zo makkelijk nog niet.

Provocaties

De nieuwsberichten waren angstaanjagend. ’s Ochtends vroeg was het beeld dat de hele stad Amsterdam ondergedompeld was geweest in moord en doodslag, met vele ernstig gewonden. Israël sprak over ontvoeringen en vermissingen en wilde daarom door haar leger een reddingsoperatie laten uitvoeren in Amsterdam. Madlener en Wilders zaten er bovenop. De verwarring rond de spectaculaire gebeurtenissen was zo groot, dat vele internationale waarnemers dagen later nog verzuchtten dat ze nog nooit zoiets hadden meegemaakt.

Op straat liepen niet gewoon voetbalsupporters, maar (ook) IDF-soldaten onder begeleiding van de Mossad (de Israëlische geheime dienst). Het was een provocatie van de hoogste orde. Naar verluid vernielden ze een taxi, mishandelden ze Amsterdammers, maar waren ze vooral niet gediend van de aanblik van Palestijnse vlaggen en scholden en joelden ze – hun genocide verheerlijkend – provocerende liederen. ‘Dood aan de Arabieren.’ ‘We verkrachten jullie vrouwen.’ ‘Waarom zijn er geen scholen meer in Gaza? Omdat de kinderen dood zijn.’1

Maccabisupporters scandeerden dit soort leuzen en liederen met trots, terwijl de hele wereld hen verdenkt van oorlogsmisdaden. Wat een onthutsende werkelijkheid. De moordlustige mens, te gast in een ander land, ongegeneerd over zijn misdaden. Die zich niet schaamt en die zich niet kan beheersen. Dat is verontrustend en angstaanjagend en wat het nog veel erger maakt: Nederland vindt het blijkbaar doodnormaal.

De burgemeester had zelf een belangrijk aandeel in de beeldvorming – zij had op dat moment immers wel een redelijk beeld van wat zich die nacht had afgespeeld. En hoewel ze er nu haar excuses voor aanbiedt, sprak ze toch echt zelf over een pogrom. Netanyahu had vanuit Israël notabene, om 3 uur ’s nachts het beeld al gevormd, zegt ze nu. Van dat beeld klopte weinig, liet ze in Nieuwsuur weten en als ze van tevoren weten hoe het zou lopen had ze het woord pogrom nooit gebruikt. Want dat was het niet. Toch ging ze op dat moment niet tegenin. Alle bewindspersonen liet zich meeslepen. Het kabinet, dat ons juist door crises moet loodsen, liet niet alleen het ‘geen paniek scenario’ volledig los, maar was juist de belangrijkste aanjager van die crisis. De crisis die niet was. Er was hasbara. En een politieke Marokkanenjacht. Alle coalitiegenoten, de premier voorop, deden eraan mee.

Het summum van racisme

Het is racisme van de ergste soort. Het soort dat niemand meer opvalt. Een vanzelfsprekend denkkader. Een haast natuurlijke manier van interpreteren, waarbij ‘de werkelijkheid’ wordt ingedeeld aan de hand van stereotypen en vooroordelen. Vrijwel iedereen geloofde de spin van Netanyahu. Iedereen was er makkelijk van te overtuigen dat er een pogrom had plaatsgevonden. Men stond elkaar te verdringen om de angst aan te zwengelen met grote woorden als jodenjacht en terrorisme. Niemand had daar een feitenrelaas voor nodig. Zelfs de burgemeester zelf niet.

In het heetst van de strijd, toen alle coalitiegenoten zich als hongerige wolven op onze ‘Marokkanen’ stortten – daar hadden ze decennialang op gewacht, vergat iedereen voor het gemak Artikel 1 van de Grondwet. Dat je feiten moet afwachten. Het kabinet vergat leiderschap te tonen, maar bovenal vergat het de eigen burgers beschermen. Die werden zonder blikken of blozen, op basis van roddel en speculatie, op een presenteerblaadje aan de wolven uitgeleverd.
Het kabinet Schoof ontketende een klopjacht op Marokkanen. De coalitie ijvert zelf, nog altijd, om daders een terroristisch motief aan te meten. Zelfs als daar in elkaar geflanste neprapporten van een Israëlische minister – die er om bekend staat desinformatie te verspreiden – voor te gebruiken. Ze schuwen er nog altijd niet voor de werkelijkheid in een verkeerd licht te presenteren.

Artikel 1

Het hele denken over deze situatie is fundamenteel racistisch. Racisme bestaat niet (enkel) uit beledigende termen of scheldwoorden. Het is niet alleen een manier van denken en praten, maar vooral een vooringenomen handelingskader. Het antwoord van Achahbar op de vraag of zij vanwege racisme uit het kabinet stapte is niet relevant. Voor de hele ministerraad is de schuldvraag niet eens aan de orde; Maccabisupporters mochten vertrekken en onze eigen burgers worden in de frames van Netanyahu gepropt.

Het kabinet spreekt over Marokkanen en vergeet voor het gemak maar even dat het gewoon om Nederlanders gaat. Dat het kabinet geen feiten nodig heeft om zich te beraden over het afpakken van paspoorten en uitzettingen van burgers zegt al genoeg. Artikel 1 van de Grondwet is bij geen van hen opgekomen. Het is maar goed dat we de beelden van Annet de Graaf en Benjamin Buit hebben, zodat de rechter een beter oordeel kan vormen. Want als het aan het kabinet Schoof ligt, dan vormen niet onze grondrechten het fundament onder regeringsbeleid, maar racisme. Voor Nederlanders met een ander geloof dan het voorgeschreven Christendom en voor hen met een dubbel paspoort, gelden hele andere regels. Dat is racisme en het is discriminatie, wat Achahbar er ook van vindt.

  1. Lees hier verder: De rellen rond Maccabi ontketenden een strijd om identeit ↩︎

De rellen rond Maccabi ontketenden een strijd om identeit

‘Hevige rellen in Amsterdam. Marokkanen vallen Israëlische voetbalsupporters aan. Er is sprake van ernstig geweld. Er zijn mensen ontvoerd. Het IDF – het Israëlische leger – stuurt een reddingsmissie naar Amsterdam.’

Het was een enorme draaikolk, vorige week donderdag. Ook al kwam het niet als verrassing. De avond ervoor gingen er al zeer verontrustende filmpjes rond van Maccabisupporters die aan het provoceren waren en Amsterdammers die daarop op ‘Jodenjacht’ gingen. Criterium bleek een Israëlisch paspoort. Dus niet ‘any Jew will do’, maar Israëlische ‘Joden’. Of zoals het op de social media rondging: ‘de Zios’. Zionisten. Je kon erop wachten dat het misging en dat ging het dus ook.

De laatste keren dat de sociale media zó overliepen met beelden en hysterie was op 6 januari 2021, de aanval op het Capitool in de VS, toen op 7 oktober 2023, de aanval van Hamas op Israël en op 16 januari 2024, toen de tijdlijnen zich vulden met lyrische gedichten en zwijmelberichten van gebruikers die zich massaal moordenaar Richard K. uit Weiteveen voelden, die vrijwel live op social media zijn Poolse buurman en zijn vrouw vermoordde. Het slachtoffer was een Pool en dus fout, en dus was iedereen Richard. Iedereen in mijn tijdlijn kon zich ineens voorstellen dat iemand tot moord gedréven kan worden. Zonder de feiten te kennen. Maar het ging om een Pool en dus was het logisch dat die arme Richard geen andere keus had. Die Pool had Richard hier gewoon toe gedreven. Ach en wee voor Richard. En voor zijn vrouw en kinderen. Wat moesten ze lijden, en iedereen leed met hen mee.

Die moordenaarsrush is lang op sociale media blijven hangen. De rush én de roes. Het was ‘indrukwekkend’. En zelfs toen er in de dagen en weken erna steeds meer informatie kwam en Richard K. eigenlijk gewoon een koelbloedige en berekenende moordenaar bleek, hadden mensen het moeilijk om afstand van hem te nemen. Ze waren er te ver in meegegaan. En dus ergens medeplegers. Ze hadden zich zo ver in hem verplaatst, dat ze deel van zijn daad geworden waren. Kom daar nog maar eens op terug, zeker als de hele wereld je gewelddadige fantasieën heeft kunnen aanschouwen.

Chaos

Rond Richard K. waren het enkel de Nederlandse media die erop los gingen. Journalisten van het AD zweepten de boel op en vonden telkens wel weer een nieuw alibi wat Richard K. tot het wanhopige en tot het uiterste getergde ‘slachtoffer’ maakte. Toeschouwers werden echt wel een heel eind een bepaalde kant opgedúwd. Met de geweldsuitbarsting rond Maccabisupporters in Amsterdam was de hele wereld erbij betrokken. Een extra dimensie, met een dynamiek die zo heftig was, dat je de adrenaline gewoon door je beeldscherm kon voelen spuiten.

Nationale en internationale media buitelden over elkaar heen om de beelden te duiden en het verhaal te vertellen. Beelden die Maccabisupporters toonden die amok maakten in de binnenstad, gingen de wereld over als ‘Marokkaanse jongens die onschuldige Joodse toeristen aftuigen’. De chaos was enorm. Als er zoveel rook hangt dat je echt geen hand voor ogen meer ziet, dan weet je, hier wordt de waarheid moedwillig buiten beeld gebracht. Het rookgordijn geeft ruimte om een alternatieve werkelijkheid te creëren. Je ergste angsten leiden je er doorheen. Je vertrouwt op je instinct. Om je er een weg doorheen te kunnen banen, moet je zelf veel invullen. In Nederland is de angst voor moslims gigantisch. Joden, die kennen de meeste mensen van foto’s uit hun geschiedenisboek: van de holocaust. Niet als voetbalhooligans of mogelijke massamoordenaars. De suggestie was voldoende: de westerse wereld heeft zitten kijken naar een uitzinnige geweldsuitspatting van moslimterroristen tegen holocaustslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En het was angstaanjagend. Alleen, zo gebeurde het niet echt.

Het is een typische oorlogstactiek. Met behulp van propaganda, door het wekken van suggesties die doodsangsten opwekken, slaan soms zelfs hele dorpen op de vlucht en kan territorium ingenomen worden zonder dat men er voor hoeft te vechten. Israël is er een koning in. Hasbara. Het betekent letterlijk ‘uitleggen’, maar misschien kan je het beter construeren noemen. Het zijn constructies. Constructies die vaak gebruikt worden als scare tactic. Angst aanjagen. Alsof je er zelf middenin zit. Je wist al dat het een pogrom was, voordat je zelf de beelden had gezien. En daarom zag je een pogrom, terwijl je in werkelijkheid naar Maccabisupporters keek die gewelddadig waren tegen Amsterdammers.

Waar rook is

Er was een heel leger mensen voor nodig om de mammoettanker van de Hasbara te keren. Annet de Graaf en Benjamin Buit toonden de wereld de echte beelden en vertelden het echte verhaal. Reporter Left Laser verzamelde verhalen voor een reconstructie, en stukje bij beetje krijgen we beeld. Beeld dat haaks staat op het praatje van de pogrom, van zwaar mishandelde Joodse toeristen. Op straat liepen niet alleen voetbalsupporters, maar ook IDF-soldaten onder begeleiding van de Mossad (de Israëlische geheime dienst). Het was een provocatie van de hoogste orde. Naar verluid vernielden ze een taxi, mishandelden ze Amsterdammers, maar waren ze vooral niet gediend van de aanblik van Palestijnse vlaggen en scholden en joelden ze – hun genocide verheerlijkend – provocerende liederen in de straten van Amsterdam. ‘Dood aan de Arabieren.’ ‘We verkrachten jullie vrouwen.’ ‘Waarom zijn er geen scholen meer in Gaza? Omdat de kinderen dood zijn.’

Dat dit soort leuzen en liederen met trots werden gescandeerd, in de straten van een ander land, terwijl de hele wereld je verdenkt van oorlogsmisdaden, toont een onthutsende werkelijkheid. Het toont de moordlustige mens die ongegeneerd is over zijn daden. Die alleen zijn eigen realiteit ziet. Alleen zichzelf. Die zich niet schaamt en die zich niet kan beheersen. De moordenaarsrush hangt permanent in hun midden. Het is verontrustend en angstaanjagend en wat de kwestie nog veel erger maakt, is dat we het normaal moesten vinden. Dat het is weggewoven door alle machthebbers, door de politie is getolereerd. Dat er schouders over werden opgehaald. Dat zulke mensen zijn losgelaten in Amsterdam. Dat daar nog altijd niemand over tot inkeer is gekomen.

Trots op misdaden

In de Nederlandse media moet je naar de rauwe werkelijkheid zoeken. In de grootste krant van Israël verwoordde een Israëlische ooggetuige het angstaanjagend koel:
‘Er waren enorme bijeenkomsten en geschreeuw van ‘Dood aan de Arabieren’ op de belangrijkste pleinen van Amsterdam, naast geweld tegen mensen die Palestijnse vlaggen vasthielden. We wisten niet dat de georganiseerde gewelddadige reactie van de andere kant eraan zat te komen. Bij het verlaten van de wedstrijd zwierven 10 fans van Maccabi Tel Aviv door de trein op zoek naar een Palestijn om ‘in elkaar te slaan’ (hun woorden). Die hebben ze niet gevonden.’

Dus Maccabi Tel Aviv was zelf gewelddadig en tóch was het een pogrom? Omdat er een georganiseerde tegenreactie kwam? Ze is trots op de daden van haar reisgenoten, die moeten eruit, zelfs de krant lijkt totaal geen besef te hebben van de ongepastheid van het bericht. En dan moet het verhaal door krankzinnige bochten gewrongen worden om de uiteindelijke schuld bij de Amsterdammers te kunnen leggen. Het is een verheerlijking van verwerpelijk gedrag. Gewoon in de krant. In een artikel waar men zich slachtoffer waant van een pogrom. Wie met oorlogsmisdadigers heeft gewerkt weet; de euforie van de onoverwinnelijkheid is als een drug. Verslavend en opzwepend. En ze zijn volkomen straffeloos. Moorddadig solipsisme, noemt onderzoeker Goldberg het. Alleen zijzelf zijn echt. Ze leven in hun eigen realiteit.



Hun realiteit is onze realiteit

Zij leven in hun realiteit, maar wij ook. Pas een aantal dagen na de wedstrijd bleek dat Maccabi Tel Aviv wel degelijk een reputatie heeft: een van racisme, extremisme en geweld. Onder begeleiding van de Mossad mochten ze in Amsterdam huishouden. Onder de hoede van de Nederlandse politie mochten ze Palestijnse vlaggen vernielen, vandaliseren, provoceren en terroriseren. Er werden er slechts 20 van hen gearresteerd. Op het hoogtepunt van de rellen werd het van oorlogsmisdaden verdachte IDF toestemming gegeven een reddingsactie op touw zetten in de Amsterdamse straten. Het IDF dat mensen opblaast met piepers. En daar was slechts toestemming voor nodig van één PVV minister, die niet eens over defensie gaat.

Geert Wilders ontving de Israëlische delegatie. ‘Am Yisrael Chai’, het volk Israël leeft, zegt hij altijd trots. Net zoiets als Heil Hitler, een leuze die een sinister bondgenootschap beklinkt. Samen met Wilders mocht de minister van Buitenlandse Zaken – op steenworp afstand van het Internationaal Gerechtshof dat hem verdenkt van het (laten) plegen van oorlogsmisdaden – eisen dat Nederlandse burgers hard moeten worden gestraft en dat hun nationaliteit moet worden afgenomen. Je moet toegeven: Israël trekt de lijnen consequent door. Overal waar ze op bezoek komen, eisen ze een etnische zuivering van de Arabische volkeren in dat gebied. Gaza, de West-Bank, Libanon, Amsterdam. Of misschien was het alleen Wilders die zijn kans schoon zag om de lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan om Nederland eindelijk te ontdoen van moslims in het algemeen en Marokkanen in het bijzonder. Hij kreeg het in zijn schoot geworpen. Nooit zijn er grote incidenten geweest rond Marokkanen, maar nu Geert aan het Torentje van Schoof bungelt is er ineens een heuse pogrom. Het is gewoon bijna te mooi om waar te zijn. Nietwaar? Hasbara. Moorddadig solipsisme. We leven in hun realiteit.

Verraad

Dat die wedstrijd werd toegestaan, dat de racistische meute van Maccabi-supporters hierheen werd gehaald terwijl ze in Gaza een ondenkbaar wrede genocide plegen, waar ze trots op zijn, dat onder hen zich veel IDF soldaten bevonden, het was een totaal verraad aan de burgers van Amsterdam. Als je dit van tevoren had geweten, wist je dat het mis zou gaan. En het werd geweten. Amsterdammers werden in de val gelokt. Blootgesteld aan oorlogsmisdadigers. En ja, uiteraard sloeg de vlam in de pan. En vervolgens deed men verbaasd over de hitte. Als Annet de Graaf en Benjamin Buit er niet waren geweest, hadden we nooit de waarheid geweten. Toen de hasbara werd verbroken, hoefde er ineens geen reddingsactie meer te komen. Er waren geen ontvoerde Israëliërs meer en de hele ‘supportersploeg’ werd zonder verder onderzoek naar hún wangedrag, zo snel mogelijk op het vliegtuig terug naar huis gezet.

De Maccabirellen zetten de straten van Amsterdam in vuur en vlam. Het echte vuurwerk echter, ontplofte in de Tweede Kamer. Politici buitelden over elkaar heen om Nederlandse burgers te veroordelen, stevige repressie te eisen voor de hele bevolking en betrokkenen bij de rellen hard-harder-hardst te mogen straffen en hun zelfs uit hun eigen land te mogen trappen. Want het is hun eigen land. Het zijn Nederlanders. Ook al plachten politici hen Marokkanen te noemen vanwege hun dubbele nationaliteit. Ze zijn hier geboren. Ze zijn net zoveel Nederlander als Geert Wilders zelf. Als Nederlanders hebben zij recht op bescherming en zou hun veiligheid voorop hebben moeten staan. Het debat had over hun veiligheid moeten gaan, over bescherming van alle burgers, ongeacht hun achtergrond. Heeft de lokale bevolking recht om zich te verdedigen tegen buitenlandse agressie? A right to defend itself?

Een waas voor de ogen

De veiligheidssituatie en het ethische vraagstuk rond de aanwezigheid van (mogelijke) oorlogsmisdadigers in ons land werden in het debat echter ondergeschoven. Niet interessant. Er werd met name gesproken over integratie, over hoe de ‘moslimgemeenschap’ zich moet aanpassen, hoe zij zich klein moeten houden – als de ‘ander’ – en moeten buigen voor de Nederlandse normen en waarden. Weg met de eigen identiteit. Hasbara. Solipsisme. We leven in de Israëlische werkelijkheid. In navolging van dat land ging het debat over uitzettingen, ons ontdoen van onwelvallige personen, maar eigenlijk zelfs liever van die hele bevolkingsgroep. In gedachten waren onze politici al bezig met het zuiveren van de samenleving. Een echo van het Israëlische beleid. Het was een merkwaardige wanvertoning. Een groot politiek theater, dat van bloeddorst aan elkaar hing. De waas voor hun ogen was zo groot, dat de politici alleen zichzelf zagen. Solipsisme. Het tekent extreemrechts.

In de samenleving en op de sociale media groeit het verzet. Dat we aan de vooravond van een nieuw tijdperk staan, ontgaat onze volksvertegenwoordigers volkomen. Een tijdperk waar de jongere generaties niet langer zwijgen, maar hun trots en hun weerstand tonen. Het Nederland dat die politici ons daar voorschotelden, bestaat – zo het al ooit bestaan heeft – allang niet meer. Geen jongere in Nederland gaat de eigen identiteit opgeven voor een veronderstelde autochtone eenheidscultuur. Ze hebben een hele grote waaier aan keuzes. De wereld ligt aan hun voeten. Zij zijn de generatie van de open grenzen, van de globalisering, van ongekende mogelijkheden, van zijn wie je wíl zijn, maar niet die van een eenheidsworst. Ze zijn niet van de generatie van kruipen en schaamte. Ze zijn mondig. Ze eisen. Ze zijn wie ze zijn. En ze komen voor zichzelf op. Ze hebben hun eigen werkelijkheid. Voor hen geen hasbara. Hoe harder je het de kop indrukt, hoe creatiever hun verzet. Onder de hashtag laten zij luid en duidelijk weten dat ze trots zijn op hun standpunt. Free Palestine. Ze volharden in hun strijd. Geen publieke opinie van oude knarren en politici die wapens verkopen aan een gewelddadige staat kan hen deren. Ze hebben het morele gelijk aan hun kant.
Free Palestine

Free Palestine

Deze jonge generatie wil niet meer buigen voor de oude, koloniale mentaliteit. Ze laten zich niet langer beteugelen door de oude machtsstructuren, noch door de druk tot assimilatie die decennialang hebben gedomineerd. Ze zijn opgegroeid met de échte verhalen van de echte wereld, niet de gecensureerde versies die de staatspropaganda voorschrijft. Ze zien de hypocrisie, ze zien hoe antisemitisme als een wapen wordt gehanteerd, niet om Joden te beschermen, maar om de moslimgemeenschap te onderdrukken, om de Palestijnse zaak te smoren. Ze zien het voor wat het is. Het laagste van het laagste, het meest racistische wat je kunt bedenken. Een schaamteloze manipulatie die een genocide mogelijk maakt.
De Maccabirellen legt de kern bloot van wat het betekent om in een multicultureel Nederland te leven. Het gaat om het fundamentele recht op identiteit en bestaan in een land dat zichzelf als vrij en tolerant beschouwt. Ze zijn Nederlander en groeien niet meer op met het idee dat ze dankbaar moeten zijn voor hun aanwezigheid in dit land. Dat hoeft ook niet. Gelukkig durven zij het recht op te eisen zichzelf te zijn. Taboes te doorbreken. Die oude machtsstructuren te doorbreken. Hun plek in de samenleving op te eisen. De tijd van onderdrukking is voorbij. Deze generatie heeft laten zien dat het bereid is om voor de eigen identiteit te strijden. Dat integratie tweerichtingsverkeer is. Hoe harder het Kabinet Wilders roept, hoe meer de weerstand zal groeien. Ze zijn niet de ‘ander’. Ze zijn zichzelf.

Nederland telt vele burgers met een connectie met het Midden Oosten. Met gevoel van verbondenheid met de Palestijnen. Als land moeten we accepteren dat er onmogelijk sprake kan zijn van een bondgenootschap met een land dat genocide pleegt op een bevolking waar een groot deel van ons zich mee verbonden voelt. De rellen zijn een wake-up call. Oude strategieën van verdeel en heers werken niet langer. Deze jongeren zijn niet de ‘import’ die je kunt onderdrukken. De doodsbange, extreemrechtse vleugel van Nederland heeft weliswaar de macht, maar moet leren te integreren. Een Pool is niet ‘dus fout’, gewoon omdat het een Pool is. We kunnen ons niet allemaal vereenzelvigen met Richard K., zoals extreemrechts dat blijkbaar doet. Er was ook geen pogrom, hoeveel hasbara je er ook op loslaat. Het liep uit de hand. Maar in essentie ging het niet om een jacht op Joden, ‘want Joden’. Er werd gejaagd op ‘Zio’s’, maar zeker niet door iedereen. En omdat de schok over de excessen de essentie overschreeuwt, moet het misschien kalm benadrukt worden. Free, free Palestine.

Als dit ‘de’ Nederlander is, hoef ik geen Nederlander meer te zijn

Sinds de verkiezingswinst van de PVV zijn alle sluizen open: racisme en moslimhaat mogen er aan alle kanten als spuitpoep uitstromen. Er is geen enkele rem meer. Geen enkele gene. Hoe smeriger, hoe beter. De racisten hebben Nederland veroverd en dat zullen ze laten weten ook.

Gisteravond liep Caroline van der Plas van de BBB bij de Op1 uitzending van de radicaalrechtse omroep WNL leeg over de door haar veronderstelde diep antisemitische ziel van Syriërs, Eritreeërs en Jemenieten. Heus niet allemaal ‘anders krijgen we dát weer’, zei ze nog met een vieze blik. De andere tafelgasten knikten instemmend. Zo is het. Ze zat er om een pleidooi te houden voor het verplichten van Holocaustonderwijs bij de inburgeringscursus. Want het zijn die buitenlanders, die Joden haten. Dat de holocaust in Europa plaatsvond is voor haar blijkbaar een detail dat je onbesproken kunt laten.

Zelf vind ik Jodenhaat eigenlijk precies wat zíj doet: kritiek op de afschuwelijke wandaden van Israël tegen de Palestijnen als antisemitisme verkopen en als politiek instrument gebruiken. Uiteindelijk zal zich dit tegen Joden keren, want de opinie heeft zich wereldwijd al tegen Israël gekeerd. Nederland is een van de weinige landen ter wereld waar dat nog moet doordringen. En ook hier vindt meer dan de helft van de bevolking inmiddels dat Nederland meer moet doen om Gaza te helpen. Wat het kabinet doet, heeft geen draagvlak. Niemand heeft hier iets aan. Israël heeft een extreemrechtse regering. Het verzet tegen de misdaden van Israël framen als antisemitisme en intussen de ‘mogelijke’ genocide tegen Palestijnen ondersteunen omdat ze moslims zijn, is van het vunzigste soort Jodenhaat die ik me kan bedenken. Als je geen extreemrechtse Zionist bent, ben je geen Jood. Zo ver zijn we al. En tja, uiteindelijk is het straks niet de schuld van de rechtschapen Van der Plas, maar van Joden. Ik kan het op mijn tien vingers natellen.

Goed, ik zal het wel verkeerd interpreteren. Natuurlijk bedoelt ze het allemaal goed. Ze bedoelen het altijd goed. Want ze zijn goed. Nu zat ik gisteravond toevallig ook mijn oude stukken terug te lezen, uit de tijd dat ik nog veel over racisme en de multiculturele samenleving schreef. Waar ik mee gestopt ben vanwege de vele bedreigingen die ik kreeg. Ik had er nooit mee moeten stoppen. Ik schrok er zelf van namelijk, dat de toon die ik aansloeg in die stukken nu helemaal niet meer zou kunnen. Hoe normaal racisme al is geworden. Hoeveel taboes er de afgelopen tien jaar zijn gekomen om tegenspraak te smoren.

Van der Plas laat zich vaker uiterst racistisch uit. Allemaal met de beste intenties natuurlijk en ze bedoelt het niet zo. Ze zegt gewoon waar het op staat, heel verfrissend. Van der Plas staat model voor ‘de gewone Nederlander’, zo is ze aan ons verkocht. Daarom plaats ik onderstaand stuk. Omdat. Als dit het prototype van ‘de gewone Nederlander’ is, ik er niets van moet hebben. Ik hoef het niet. Ik hoef het niet te worden, ik hoef het niet te zijn. En dat kan ik eigenlijk veel beter duidelijk maken in de woorden van toen, omdat ze nu niet meer kunnen.


Beste Nederland, dit is waarom ik desintegreer

Gepubliceerd op 30 juni 2014

desintegratie

Er was een tijd dat het woord ‘integratie’ zo vaak gebruikt werd, dat het een cultuur op zich werd. Maar we zijn het kennelijk moe geworden. Niet de zucht naar integratie, maar het woord. Want het wordt tegenwoordig niet zo vaak meer gebruikt. Misschien is dat meer omdat we tegenwoordig genoeg integratie ‘stimulerende’ wetten en maatregelen hebben, waardoor het integratie-debat overbodig is geworden. Integratie is een doodnormale zaak. Althans, zo lijkt het. Integratie is de norm. Niemand die er nog aan twijfelt dat je het af kunt dwingen. Er valt geen woord meer tussen te krijgen. Dat wordt zelfs niet meer gewaardeerd. Maar je kunt dat tegengeluid wel de mond snoeren, problemen druk je er de onzichtbaarheid mee in. Waar het groeit en woekert. En uiteindelijk problemen zal veroorzaken. Zo’n taboe uit dat verloren gegane integratiedebat. Want wie durft het tegenwoordig nog te zeggen: integratie is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.

Er was een tijd dat ik nooit over integratie nadacht. Ik was gewoon Nederlands. Natuurlijk zag ik de verschillen met autochtone Nederlanders heus wel. En uiteraard had ik er hier en daar moeite mee. De Nederlandse cultuur is er nou niet bepaald een van toegankelijkheid. En het is ook niet zo dat autochtone Nederlanders zich stonden te verdringen om me welkom te heten in ‘hun’ cultuur. Het werd je toch altijd wel met dat vingertje gebracht: ‘Zó doen wij dat hier.’ Punt uit. Niet echt aantrekkelijk. Zeker niet als het je als een standje, oh zo belerend en vermanend, wordt gebracht. Bovendien vond ik het moeilijk om echt contact te maken met autochtone Nederlanders. De ongastvrijheid bijvoorbeeld, remt het ‘je-thuisvoelen-gevoel’ nogal. En met Nederlands eten kwam ik alleen in aanraking omdat mijn moeder een Margriet-kookboek had gekocht. Ik heb in mijn hele leven niet meer dan een keer of tien bij autochtone Nederlanders thuis gegeten. En slechts één keer kreeg ik een Hollands gerecht voorgeschoteld. Nog op mijn verzoek ook. Want de autochtone Nederlanders waar ik bij kwam, eten – naar eigen zeggen – vooral ‘buitenlands eten’.

Er was dus een tijd dat ik me gewoon Nederlands voelde. Dus. Ondanks wat minimale verschilletjes. Het was ook niet iets waar ik bewust over nadacht. Nederland was het summum voor mij. Über alles. Dit was mijn thuis. Niet perfect, maar waar is dat wel zo? Discriminatie en racisme accepteerde ik vergoelijkend. Meestal. Behalve die ene keer toen ik als tienjarige door de eigenaar van de boekenwinkel midden op straat werd uitgekleed omdat hij zeker dacht te weten dat ik iets gestolen had. En die keer dat een vriendin en ik samen bij de Jamin in het kantoortje werden vastgehouden, en alleen míjn jas, tas en lichaam werd onderzocht en ik er pas buiten achter kwam dat het mijn witte vriendinnetje was die iets gestolen had. Of die keer dat ik door een buurjongen ‘naar mijn eigen land’ werd gewenst vanwege een kinderachtige ruzie. Oh, en die keer dat ik voor het eerst op een formulier in moest vullen dat ik allochtoon was. En die keer dat ik de enige was die zich moest legitimeren op Amsterdam CS. Of die keer dat ik voor het eerst preventief gefouilleerd werd. Nou ja. Niks belangrijks. Het hoorde er nou eenmaal bij. Helemaal niet erg. En dat meen ik. Ik vond het echt niet erg. Ik voelde me er in ieder geval niet mínder Nederlander door. Hoewel ik het uiteraard wel onrechtvaardig vond. Want ook daar was ik Nederlander voor.

Er was een tijd dat ik absoluut geen moeite had álle onderdrukkende maatregelen van de overheid te vergoelijken. Ik hield van Nederland. Met hart en ziel. Ik had vertrouwen in het systeem. In de wet. In de media. In Nederlanders. In alles eigenlijk. Maar toen kwam de tijd dat ik me constant moest verantwoorden. De tijd waarin ik mijn ‘minderwaardigheid’ moest gaan accepteren. De tijd waarin ik me constant in een hoek gedrukt voelde. Omdat racisme en discriminatie een ware hype werden. Het schokkende besef dat de haat jegens alles wat gekleurd is zo wijdverbreid bleek te zijn. En dat ik die mensen altijd de hand boven het hoofd heb gehouden. Na 9/11 probeerde ik het echt nog wel, maar ik moest me echt in allerlei rare spasmes drukken om me nog Nederlands te voelen. Hoewel het Nederland niet eens direct aanging. Ik beleefde 9/11 en de war on terror als een excuus van autochtone Nederlanders om eindelijk die diepgewortelde haat ongegeneerd naar buiten te mogen gooien.

Het was in die tijd dat Ik van de ene op de andere dag werd gedegradeerd tot multiKUL. Mijn identiteit werd me hardhandig afgenomen. Ik wás geen Nederlander. Ik hoorde er niet bij. Omdat ik er niet bij wílde horen. Ik deed niet genoeg mijn best. INTEGREREN moest ik. NU! Maar dat ging dan weer typisch op z’n Nederlands. Want nergens gingen er deuren open om me te laten zien wat dat èchte Nederlandse leven nou eigenlijk inhield. Hermetisch afgesloten dat Nederlanderschap. En oh hemel, dan had Nederland zelfs niet eens een cultuur. Maar integreren moest en zou ik. Waarin, dat moest ik dan zelf maar uitzoeken. De verwarring was groot. En omdat er een tijd kwam dat ik door de bomen het bos niet meer zien kon, ging ik op zoek naar de way out. Omdat Nederlander worden zo’n mysterieus en onhaalbaar ding geworden was. Iets waar ik toch nooit aan zou kunnen voldoen. Omdat ik het nooit genoeg wèl kon willen. Er was altijd wel iets mis. Dus vond ik een identiteit in het allochtoon-zijn. Niet eens zozeer in één bepaalde cultuur. Want ik had me inmiddels zo vaak moeten verantwoorden voor Marokkaanse criminelen, dat ik er een geworden was. En ik had me al zo vaak moeten verdiepen in de islam, dat ik me net zo goed had kunnen bekeren. Ik had me zo vaak moeten verdedigen over Afrikaanse goudzoekers, dat ik dacht dat ik ook ‘dat’  was. En het is dat ik zo’n ding gewoon te warm en ongemakkelijk vind, maar omdat ik me zo vaak over DE hoofddoek uit heb moeten spreken, heb ik zelfs heel vaak gewenst dat ik er een had.

Goed. Er was dus een tijd dat ik me gewoon Nederlands voelde. Zonder vragen. Zonder twijfel. Zonder argwaan. Zonder schaamte. Omdat Nederlands-zijn fijn voelde. Omdat ik dacht dat ik erbij hoorde. Omdat ik dacht dat ik ook Nederlands wás. Maar de tijd is gekomen, dat ik het niet meer wil zijn. Het beeld dat ‘de’ Nederlander me sinds 9/11 van zichzelf heeft gegeven, is namelijk iets wat ik verafschuw. Integreren? Dáárin? Sure? Echt niet! Ik roei met alles wat ik in me heb tegen die stroom in. Want dat integratiedebat en alle bijbehorende wetten en maatregelen, hebben me iets heel waardevols opgeleverd. Eigenwaarde. Een ‘overdosis aan’ zelfs. En een reële kijk op ‘de’ Nederlander. Want ‘de’ Nederlander haat mij. En dat is waarom mijn integratie mislukt is. Want voordat ik multiKUL werd, was ik nauwelijks ‘allochtoon’. Door de onderdrukking ben ik het wel geworden.

Hoe meer mijn koppie de kop ingedrukt wordt, hoe meer ik DESintegreer. Omdat me constant iets wordt voorgeschoteld waar ik niet bij kán horen. En hoe graag ik dat vroeger, ooit, wel heel graag wilde, wil ik dat nu nooit meer wíllen. Omdat Nederlands-zijn niet meer fijn voelt. Want Nederlands-zijn betekent haten. Onderdrukken. Minachten. Uitlachen. Weghonen. Een superioriteitscomplex. Constant met die botte bijl rondlopen. Beledigen. Vernederen. Discrimineren. Integreren? Dáárin? Nee, nooit! Ik hou me vast aan dat bijzondere slag autochtonen dat zich, bijna op onnatuurlijke wijze, niet murw laat slaan door de propaganda en indoctrinatie. Nederlanders die zich niet laten opdringen ‘de ander’ te haten. Die stevig stand houden in hun acceptatie van multiKUL, ook al wordt hun koppie er daardoor vaak afgesneld. Nederlanders die ondanks álles een open mind blijven houden. Hèn vind ik bewonderenswaardig. Dat ze niet bezwijken onder zoveel druk. Dat ze er hun eigen denkbeelden op na houden. En mij daarmee laten zien hoe goed een mens óók kan zijn. Ik vestig mijn hoop op hen. En spreek de wens uit, uit het diepst van mijn hart, dat er een dag zal komen, waarop zíj ‘de’ Nederlander zullen zijn.

Weg met het liberalisme en iedereen moet terug naar zijn eigen land. Dát is de ideologie die de wereld verovert.

Weg met het liberalisme en iedereen moet terug naar zijn eigen land. Dát is de ideologie die de wereld verovert.

“Ze noemen ons eens geen fascisten, of semi-fascisten. Ze willen een echt debat!” schreef Yoram Hazony onlangs enthousiast op Twitter. De oprichter van de NatCon-beweging reageerde op twee essays in The Economist, die handelden over de dreiging van een wereldwijd front van nationalistisch conservatieven versus het liberalisme.

In een van de essays stelt The Economist dat liberalen het patriotisme – de natuurlijke liefde voor het eigen land – zouden moeten omarmen en zich aan zouden moeten passen aan het nationalistisch conservatisme. Niet vreemd dus, dat Hazony zo opgetogen reageerde, want het invloedrijke nieuwsmedium speelde daarmee recht in zijn kaart; ze pleiten voor het mainstreamen van radicaal gedachtengoed en het overnemen van een politieke ideologie. Wat de VVD deed met het gedachtengoed van de PVV dus, waarmee het de eigen partij grotendeels overbodig maakte en extreme overtuigingen normaal maakte en in het beleid doorvoerde.  

Wie is Hazony

Hazony is in de eerste plaats, zo schrijft hij in zijn boek The Virtue of Nationalism, een geboren Zionist. Zijn politieke visie erfde hij van zijn ouders en grootouders die in de jaren 1920 en 1930 naar Joods Palestina vertrokken met het doel daar een onafhankelijke Joodse staat te vestigen. Het Zionisme (of Joods nationalisme) is dan ook zijn ‘natuurlijke’ kijk op het leven en de wereld. Zijn loopbaan concentreert zich rond ditzelfde thema: nationalistisch conservatisme.

Hazony werd filosoof, bijbelgeleerde en politiek theoreticus. Momenteel is hij voorzitter van het Herzl Instituut in Jeruzalem en medeoprichter van de Edmund Burke Foundation, dat fungeert als gastheer van de NatCon Conference. Hij werkte ooit nauw samen met Netanyahu, maar zijn invloed is vooral buiten Israël van betekenis: als je het denken van de Trump-regering wil begrijpen, moet je het werk van Hazony lezen – aldus Wes Mitchell, voormalig adjunct-staatssecretaris van de Trump administratie voor Europa.[1] Zijn invloed strekt echter verder dan Trump. Zijn nationalistisch conservatisme reist inmiddels de hele wereld over.

NatCon, een mondiale beweging

Het nationalistisch conservatisme kennen we in Nederland vooral van Forum voor Democratie (FvD) en op social media van politieke influencers als Eva Vlaardingenbroek en Raisa Blommestijn. Hoewel zij er in Nederland een behoorlijke aanhang voor vinden, wordt er toch wat lacherig over gedaan. NatCon is niet serieus te nemen. Misschien komt het daarom zo weinig aan bod in de Nederlandse journalistiek.

Headline The Economist (klik hier voor het artikel)

De nationalistisch-conservatieven maken echter steeds meer deel uit van een wereldwijde beweging met eigen netwerken van denkers en leiders, en bestaat er ook een grote overlap in hun ideologie. Ze delen niet alleen de populistische methode van politiek bedrijven met elkaar. Het gaat dieper dan dat. Hoewel het geen coherente beweging is, verenigen ze zich razendsnel. Ook Geert Wilders hoort bij deze beweging. In Nederland willen journalisten daar nog niet zo aan, want Wilders zou te liberaal zijn. In sociaal-cultureel opzicht is Wilders echter verre van liberaal. Buiten Nederland twijfelen politiek commentatoren dan ook helemaal niet aan de rol van Wilders binnen deze beweging. Zowel Wilders’ methode als zijn ideeën passen naadloos in nationalistisch-conservatieve beweging. Daarom staat Nederland ook in het rijtje van landen die een bedreiging zullen vormen voor de wereldorde, nu het gedachtengoed van Wilders zo’n grote stempel op het Nederlandse beleid drukt.

Wereldwijde samenwerking

Voor de Nederlandse pers lijkt te gelden dat gedachtengoed van individuele politiek leiders volledig overeen moet komen met de oorspronkelijke ideologie, om de link te kunnen leggen met die ideologie. Maar de NatCon-beweging is op zichzelf incoherent, de ideologieën van de afzonderlijke politici of politieke bewegingen zijn op verschillende vlakken uiteenlopend. Dat is het punt echter niet. Het gaat het om de mate waarin de overlap een bepaalde ontwikkeling teweegbrengt, niet of de ideologieën perfect met elkaar overeenkomen. Het gaat niet om de vorm, maar om het effect. Het gaat erom dat politiek leiders over de hele wereld zich met elkaar verenigen juist op de overlap van dit gedachtengoed. De verschillen in ideologie en het respect voor die onderlinge verschillen onder politiek leiders vormen juist de essentie van NatCon.

Wilders zoekt nadrukkelijk de samenwerking met andere politiek leiders met dit gedachtengoed en hij profileert zich er – zeker internationaal – nadrukkelijk mee. Laten we zijn Tweet van 26 januari jongstleden nemen, dat was tijdens de eerste informatieronde van de kabinetsformatie. Hij plaatste toen een cartoon van de omstreden cartoonist Ben Garrison, waar velen aanstoot aan namen vanwege vermeend antisemitisme.

Een cartoon die de indruk van antisemitisme wekt zou Wilders als strijder voor Israël al niet moeten plaatsen, dat is één ding. Deze cartoon gaat echter niet over antisemitisme, integendeel. Het gaat over nationalistisch conservatisme, over het herscheppen van de wereldorde naar de tijd van vóór de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een wereld van – idealiter – zuivere etnostaten. Nationale onafhankelijkheid en zelfbeschikking aan ’tot slaaf gemaakte volkeren over de hele wereld’.

Yoram Hazony

The Virtue of nationalism, p. 10-11

Tot aan de Tweede Wereldoorlog geloofden velen nog steeds dat het principe van nationale vrijheid de sleutel was tot een rechtvaardige, diverse en relatief vreedzame wereld. Maar Hitler veranderde dat allemaal, en vandaag leven we in de nasleep, waarin een simplistisch verhaal, onophoudelijk herhaald, beweert dat “nationalisme twee wereldoorlogen en de Holocaust heeft veroorzaakt”. En wie zou eigenlijk een nationalist willen zijn als nationalisme betekent dat racisme en bloedvergieten op onvoorstelbare schaal worden ondersteund? Nu het nationalisme zo wordt bezoedeld als de oorzaak van het grootste kwaad van onze tijd, is het niet verwonderlijk dat de oude intuïties ten gunste van nationale onafhankelijkheid geleidelijk zijn afgezwakt en uiteindelijk zelfs in diskrediet zijn gebracht. … De nieuwe wereld die zij [de liberalen] voor ogen hebben, is er een waarin liberale theorieën over de rechtsstaat, de markteconomie en individuele rechten … worden beschouwd als universele waarheden en worden beschouwd als de juiste basis voor een internationaal regime dat de onafhankelijkheid van de nationale staat overbodig zal maken. Met andere woorden, wat wordt voorgesteld, is een nieuw “liberaal rijk” dat de oude protestantse orde, gebaseerd op onafhankelijke nationale staten, zal vervangen. Het is het imperium dat verondersteld wordt ons te redden van het kwaad van het nationalisme.

Het is de basis van het Zionisme van Hazony en daarmee ook de basis van het gedachtengoed van NatCon: dat wereldleiders uit schuldgevoel over de holocaust de grote denkfout maakten dat een verenigde wereld het antwoord zou zijn op ‘dit nooit meer’. De globale hegemonie en internationale samenwerkingsverbanden die daaruit voortkwamen moet worden teruggedraaid. De wereld moet juist bestaan uit soevereine etnostaten. Het tij moet worden gekeerd. De huidige wereldorde moet worden teruggedraaid.

Wilders is NatCon

Het nationalisme waar Hazony mee opgroeide is ‘een principieel standpunt dat de wereld het beste bestuurd wordt als naties in staat zijn hun eigen onafhankelijke koers uit te stippelen, hun eigen tradities te cultiveren en hun eigen belangen na te streven zonder inmenging. Dit in tegenstelling tot het imperialisme, dat vrede en welvaart in de wereld wil brengen door de mensheid zoveel mogelijk te verenigen onder één politiek regime.’ Het nationalisme is een theorie over hoe de politieke wereld geordend zou moeten zijn.

Hazony schreef een boek om zijn ideologie uiteen te zetten (The Virtue of National Conservatism, hier te downloaden), maar Wilders kan het samenvatten in één simpele tweet:

Een aantal overtuigingen verenigen de beweging: woede tegen liberalen, extreme eerbied voor traditie, afschuw over ‘ongecontroleerde immigratie’ en een schijnbare bereidheid om conservatieve, vaak christelijke, waarden aan anderen op te leggen.[2] Dit worden vaak ‘Judeo-Christelijke waarden’ genoemd (ook door Wilders), wat eigenlijk een hondenfluitje is voor witte suprematie. Het Judaïsme en het Christendom zijn namelijk niet één geloof. NatCon zou volgens Hazony juist níet racistisch zijn, want het zou er juist oog voor hebben dat culturen beter tot hun recht komen in hun eigen habitat. De overtuigdheid van witte – voor Zionisten zelfs Joodse – superioriteit, vormt ontegenzeggelijk de basis van dit gedachtengoed. Vaak speelt anti-islamitisch sentiment een belangrijke rol.

Weg met het liberalisme

Kort samengevat is de wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan een grote fout (grap, noemt hij het) en moet die worden teruggedraaid. Meer dan wat ook is het nationalistisch conservatisme antiliberaal, tégen de liberale constructie van het Westen.

Welk tij moet gekeerd worden?
Er vond een getijdenverschuiving plaats in de houding ten opzichte van uitingen van nationaal en religieus particularisme. De twee wereldoorlogen hadden Europa een nauwelijks voorstelbare catastrofe gebracht, met de monsterlijke misdaden van de Duitse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog als kroon op het kwaad. En terwijl de naties worstelden om te begrijpen wat er was gebeurd, waren er mensen – zowel marxisten als liberalen – die graag wilden uitleggen dat de oorzaak van de catastrofe de orde van de nationale staten zelf was geweest. … na de Tweede Wereldoorlog vond het eindelijk zijn merkteken. Toen foto’s uit de Duitse vernietigingskampen circuleerden, nam ook de bewering toe dat wat Duitsland had gemotiveerd om alle Joden in de wereld te vermoorden, het ‘nationalisme’ van de Duitsers was geweest.In hun radio-uitzendingen benadrukten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië consequent dat het hun doel was om als alliantie van onafhankelijke naties de onafhankelijkheid en zelfbeschikking van nationale staten in heel Europa te herstellen. En uiteindelijk was het het Amerikaanse, Britse en Russische nationalisme – zelfs Stalin had de marxistische prietpraat over ‘wereldrevolutie’ opgegeven ten gunste van een openlijk beroep op Russisch patriottisme – dat het Duitse streven naar een universeel imperium versloeg. … Volgens deze manier van denken was het antwoord op het overweldigende kwaad van het Duitsland uit het nazi-tijdperk het ontmantelen van het systeem van onafhankelijke natiestaten dat Duitsland het recht had gegeven om zelf beslissingen te nemen, en het te vervangen door een overkoepelende Europese unie die in staat zou zijn om Duitsland in bedwang te houden. Of met andere woorden: neem de Duitse zelfbeschikking weg en je zou welvaart en vrede in Europa brengen. Het voorstel dat men in staat zal zijn om Duitsland te “beteugelen” door de nationale staten van Europa te elimineren, wordt vandaag de dag eindeloos herhaald in Europa.waarom zou iemand willen opkomen voor het idee van nationale onafhankelijkheid, als nationale onafhankelijkheid de wereldoorlog en de Holocaust heeft veroorzaakt? … Bovendien heeft de bereidheid van de Verenigde Staten om hun legers voor het grootste deel van een eeuw in Europa te stationeren, ertoe geleid dat vrede en veiligheid naar de Europese naties zijn gekomen zonder dat ze hoefden te investeren in capaciteiten, militair of conceptueel, die in verhouding staan tot de werkelijke veiligheidsbehoeften van landen die grenzen aan Rusland en de moslimwereld. Dit eigenaardige feit – dat Amerikanen de financiële en militaire middelen blijven leveren die nodig zijn om de vrede in Europa te bewaren tegen relatief lage kosten voor Duitsland of Frankrijk – is een onderliggende reden geweest dat Europeanen zo geslagen zijn door de liefde voor het liberale rijk.Europeanen zijn gereduceerd tot de toestand van louter afhankelijkheid, bestaande bij de gratie van Amerikaanse vrijgevigheid. … Als er geen Europese Unie was geweest, geen politieke eenwording van Frankrijk of Nederland met Duitsland, zou de militaire aanwezigheid en bescherming van Amerika in ieder geval de vrede in Europa hebben gegarandeerd. Dit is wat rijken doen. Ze bieden vrede in ruil voor het afzien van de onafhankelijkheid van een natie – inclusief haar vermogen om als een onafhankelijke natie te denken en om volwassen beleid te bedenken en uit te voeren dat past bij het leven van een onafhankelijke natie. … Het resultaat is het politieke landschap dat we om ons heen zien. Van Europa tot Amerika is de protestantse constructie die het Westen zijn buitengewone kracht en vitaliteit gaf, verworpen door stedelijke en goed opgeleide mensen. Degenen die oproepen tot het herstel van de instelling van de nationale staat worden niet langer erkend als degenen die voorstellen dat we de fundamenten van de politieke orde waarop onze vrijheden zijn gebouwd, stevig maken. In plaats daarvan wordt een dergelijk pleidooi opgevat als een voorstel om terug te keren naar de barbarij, naar de slechte oude wereld die in 1945 had moeten sterven.Yoram Hazony in The Virtue of Nationalism, p. 37-38

Hazony erkent zelf dat ‘het tij’ niet zomaar te keren valt en dat zo’n terugdraaiing van de wereldorde lange tijd zal vergen. Dat weerhoudt de politieke opportunisten er echter niet van om een snelle verandering te willen forceren. Dat heeft al geleid tot groteske fantasieën over massamoorden en massadeportaties, grove mensenrechtenschendingen, er werden nieuwe muren opgetrokken en het heeft ook al geleid tot wrede onderdrukking van groeperingen binnen samenlevingen (denk aan de Oeigoeren of moslims in India om maar een paar voorbeelden te noemen). Ernstige oorlogsmisdaden moeten ook aan dat rijtje worden toegevoegd. Zowel Poetin als Netanyahu worden gedreven door hún ideeën van nationalistisch conservatisme.

Hoe je ook over het gedachtengoed denkt en hoe wreed je ook van inborst mag zijn, een wereld waar dood en verderf dagelijkse kost is, is een unheimische plek voor iedereen. Bovendien zal er geen welvaart en welzijn op gedijen. Over haalbaarheid maken de Nationalistisch Conservatieven zich geen zorgen. Dat er echt nergens een plek op aarde is waar je burgers die je niet meer wil kunt dumpen, het doet er niet toe. Ze keren zich hoe dan ook tegen de multiculturele samenleving, hoewel ze goed begrijpen dat die samenleving zo is en blijft. Want hoewel die leiders gezamenlijk optrekken om radicaalrechts gedachtengoed te wereld te laten veroveren, het begin van een antwoord op het vraagstuk hoe ze hun plannen willen bereiken hebben ze niet.

Het tijdperk van de sterke leiders

Het hedendaagse politieke landschap wordt gekenmerkt door een opkomst van sterke leiders over de hele wereld. Deze leiders, zoals Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, en anderen, beloven vaak een terugkeer naar een vermeend verleden van nationale grootsheid, gedreven door angst en nationalisme. Gideon Rachman’s “The Age of the Strongman” belicht deze trend en wijst op de gevaren ervan voor de democratie.

Wat deze leiders kenmerkt is hun claim het échte volk te vertegenwoordigen, terwijl ze politiek bedrijven gedreven door angst, nationalisme, ze minachten de rechtsstaat, politieke correctheid en liberale waarden. Ze creëren graag een persoonlijkheidscultus om zichzelf heen. Deze trend zien we zowel in democratische, als in autocratische staten. Ze beloven vaak een herstel van een verloren tijdperk van nationale grootsheid. Hun stijl is populistisch, waarbij eenvoudige oplossingen voor complexe problemen worden gepresenteerd. Eén belangrijke overeenkomst: ze zijn nationalistisch en conservatief, maar politieke commentatoren zijn keer op keer zo verblind door de stijl dat ze in deze leiders een frisse, liberale belofte zien. Volgens Gideon Rachman, tenminste. Hij mag het zeggen, als journalist voor de Financial Times viel hij zelf ook in die valkuil. Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, Duterte, Mohammed bin Salman, Bolsonaro, Netanyahu, Johnson, Abiy Ahmed, Orbán, allemaal werden ze door westerse politiek commentatoren eens gezien en gepusht als (liberale) belofte.

Hazony over een wereldorde gebaseerd op onafhankelijke naties zoals in de Hebreeuwse Bijbel (klik om uit te vouwen).

Het idee dat de politieke orde gebaseerd zou moeten zijn op onafhankelijke naties was een belangrijk kenmerk van het oude Israëlitische denken, zoals weerspiegeld in de Hebreeuwse Bijbel (of “Oude Testament”). En hoewel de westerse beschaving gedurende het grootste deel van haar geschiedenis werd gedomineerd door dromen van een universeel rijk, heeft de aanwezigheid van de bijbel in het hart van deze beschaving ervoor gezorgd dat het idee van de zelfbepalende, onafhankelijke natie keer op keer nieuw leven werd ingeblazen.

Waarom hecht de bijbel zoveel belang aan de onafhankelijkheid van naties? De wereld van Israëls profeten werd gedomineerd door een opeenvolging van keizerlijke machten: Egypte, Babylonië, Assyrië en Perzië, die elk plaats maakten voor de volgende. Ondanks hun verschillen trachtte elk van deze rijken een universele politieke orde op te leggen aan de mensheid als geheel, aangezien de goden hen hadden gezonden om onnodige geschillen tussen volkeren te onderdrukken en een verenigd internationaal rijk te creëren waarin mensen in vrede en welvaart konden samenleven.

Door een einde te maken aan oorlogvoering in uitgestrekte gebieden en hun bevolking in te zetten voor productief landbouwwerk, waren imperiale machten in feite in staat om miljoenen mensen een relatief betrouwbare vrede te brengen en een einde te maken aan de dreiging van hongersnood. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de keizerlijke heersers van de oude wereld het als hun taak beschouwden, in de woorden van de Babylonische koning Hammurabi, om ‘de vier windstreken van de wereld tot gehoorzaamheid te brengen’. Die gehoorzaamheid maakte redding van oorlog, ziekte en hongersnood mogelijk.

[D]e Bijbel is ontstaan uit een diepgewortelde oppositie tegen dit doel. Voor Israëls profeten was Egypte “het huis van slavernij”, en zij spaarden geen woorden om het bloedvergieten en de wreedheid te betreuren die gepaard gingen met de keizerlijke verovering en met de keizerlijke manier van regeren, het gebruik van slavernij en moord en de onteigening van vrouwen en eigendommen. Dit alles, zo betoogden de Israëlitische profeten, kwam voort uit de afgoderij van Egypte – uit zijn onderwerping aan goden die elk offer zouden rechtvaardigen zolang het de uitbreiding van het keizerlijke vrederijk bevorderde en de productie van graan op maximale capaciteit hield.

Het is in de Bijbel dat we de eerste duurzame presentatie vinden van een andere mogelijkheid: een politieke orde gebaseerd op de onafhankelijkheid van een natie die binnen beperkte grenzen leeft naast andere onafhankelijke naties. De bijbel propageert systematisch het idee dat de leden van een natie elkaar als “broeders” moeten beschouwen, en de Mozaïsche wet bood de Israëlieten een grondwet aan die hen zou samenbrengen in wat tegenwoordig een nationale staat zou worden genoemd. … De koningen en profeten moesten gekozen worden uit hun eigen broeders. Bovendien stelt Mozes grenzen voor Israël en instrueert hij zijn volk om hun handen af te houden van het land van naburige koninkrijken. Door de hele Bijbel heen zien we dat het politieke streven van de profeten van Israël niet een imperium is, maar een vrije en verenigde natie die in gerechtigheid en vrede leeft te midden van andere vrije naties.

De Bijbel legt dus een nieuwe politieke opvatting op tafel: een staat van één enkele natie die verenigd is, zichzelf bestuurt en niet geïnteresseerd is in het onder zijn heerschappij brengen van zijn buren. Deze staat wordt niet geregeerd door buitenlanders die verantwoording verschuldigd zijn aan een heerser in een ver land, maar door koningen en gouverneurs, priesters en profeten uit de gelederen van de natie zelf – individuen die juist om deze reden worden verondersteld beter in staat te zijn om in contact te blijven met de behoeften van hun eigen volk, hun ‘broeders, ” inclusief de minder bedeelden onder hen.

Het is belangrijk op te merken dat de opvatting van de Israëlieten over de natie niets te maken heeft met biologie, of wat wij ras noemen. Voor bijbelse natiën hangt alles af van een gedeeld begrip van geschiedenis, taal en religie dat van ouders op kinderen wordt doorgegeven, maar waar ook buitenstaanders zich bij kunnen aansluiten.

Uit: The Virtue of Nationalism, pagina 13-14

Hoewel de voortekenen er altijd waren, misten commentatoren steevast de autocratische en tirannieke eigenschappen die deze leiders dreven. Hun harde taal, hun ogenschijnlijke daadkracht en hun durf om de regels te willen buigen om ‘het gedaan te krijgen’, het sleept niet zelden ook politiek commentatoren mee. De ophef die deze politici creëren verkoopt ‘het nieuws’ niet alleen (en brengt zodoende dus geld in het laatje), het brengt ook sensatie in het werk. Persoonlijke vooroordelen over problemen in de samenleving en de belofte van verandering en democratische vernieuwing kunnen ook een rol spelen. Kijk naar Nederland. Het zijn de radicaalrechtse partijen die zich mogen verzekeren van veel media-aandacht, waardoor de ene na de andere nieuwe partij ineens grote verkiezingswinsten behaalt. Andere kleine partijen die meer gematigd zijn, krijgen nauwelijks aandacht.

Het is de schuld van de media. En dat is echt zo.

De media maken deze leiders groot. Journalisten en commentatoren doen dat zonder gedegen analyse van die leiders en hun partijen. Zo wordt in Nederland de wereldwijde samenwerking tussen al die sterke leiders – die bijna allemaal in meer of minderen mate nationalistisch conservatief zijn – gebagatelliseerd of volledig over het hoofd gezien. Het is voor onze politiek commentatoren vooral een opwindend tijdperk met veel roering in het politieke en publieke debat. Gouden tijden voor commentatoren en opiniemakers ook. Zonder er ook maar een academisch onderzoek op na te slaan en het ideologische plaatje te overzien, promoten ze dergelijke politici en partijen als een belofte. Zo zijn de media de wegbereiders voor verandering.

Nergens waar deze sterke leiders aan de macht zijn gekomen hebben ze iets goeds gebracht. Lees The Age of the Strongman van Gideon Rachman. De voortekenen en de waarschuwingen waren er altijd al. Het blijken iedere keer weer, stuk voor stuk autoritaire leiders te zijn, met een sterke antiliberale inslag. In Nederland geldt dit zowel voor de PVV als voor VVD, NSC en BBB. De leiders van die partijen zijn ook zonder uitzondering autoritair, met tirannieke trekken. Ze gedijen op het zaaien van verdeeldheid, intimidatie van wetenschappers, columnisten en burgers. De wens om rechten van burgers te beperken ligt bij hen steeds vaker voor op de tong. Het welzijn van burgers en harmonieus samenleven, het bevorderen van debat en de bescherming van onze rechten, staat op geen van hun agenda’s. Van volproppen met pesticides tot het blokkeren van antidiscriminatiewetten, het is ongezondheid en ongelijkheid wat de klok slaat.

De opkomst van deze autoritaire leiders vormen een bedreiging voor de fundamentele waarden van vrijheid, democratie en mensenrechten. Het kan ernstige gevolgen hebben voor de stabiliteit, welvaart en vrede, zowel op nationaal als internationaal niveau. Een wereldwijde samenwerking tussen dit soort leiders zal niet direct welk tij dan ook keren, maar het zal veel schade berokkenen. Zowel binnen, als tussen naties. Dat doet het nu immers al.

Nederland gaat gaga

Nederland staat in dat rijtje van landen die ‘gaga’ gaan voor het nationalistisch conservatisme. Internationale commentatoren zien het gelukkig wel. Helaas is Nederland al zo erg naar binnen gericht, dat kennis van buiten – of zelfs van de eigen academici, niet doordringt tot de politieke redacties. Weet wat je doet. Deze beweging is antiliberaal, antiglobalistisch, vooral anti-moslim maar in bredere zin anti-migrant. Witte superioriteit staat voor velen van hen centraal in hun denken. Ze zijn nationalistisch, conservatief, autoritair. Zij staan niet voor vrede, maar voor een radicale kering van het tij. Iets wat volgens een van de belangrijkste denkers achter die ideologie zelf niet eens mogelijk is.

Het leidt tot haat, verdeling en bloedbaden wereldwijd. Je hoeft maar naar Oekraïne en Gaza te kijken om te zien wat de consequenties zijn. In Rusland noemen ze het Geschiedenispolitiek, in Israël Zionisme. De basis is hetzelfde. Geen internationale verantwoording meer hoeven afleggen, de natie bepaalt zelf hoe het oorlog voert. Het is doorvechten tot er een winnaar of verliezer is. Geen VN, geen NAVO, geen EU, geen internationaal recht meer, maar alle natiestaten voor zich en ieder zijn eigen God. Je hoeft geen Einstein te zijn om uit te kunnen rekenen dat dit uiteindelijk tot hevige en langdurige oorlogen gaat leiden, dat deed het altijd al. Binnen en buiten die natiestaten. Want wie bepaalt wat een natuurlijke orde of onderverdeling is? Tot waar precies moet de klok worden teruggedraaid? Dat zal allemaal opnieuw bevochten moeten worden. Niet met ouderwetse veldslagen, maar nu met moderne wapens.

We moeten naar de toekomst, niet naar het verleden

Denk goed na wat je doet voordat je gaga over radicaalrechts gaat. Alle geitenpaadjes worden door de formerende partijen al verkend, ze zijn allen antirechtstatelijk, antiliberaal en steeds meer antidemocratisch. Rechten worden al op grote schaal geschonden, ondanks die sterke democratie van ons. Iedere week kunnen we daar nog iets bij optellen: de roep om het demonstratierecht in te perken, discriminerende algoritmes, meer surveillance, de inzet van AI, gezichtsherkenning, meer bevoegdheid voor de veiligheidsdiensten. Overal worden zwarte dozen neergezet. De rechtsstaat raakt niet in gevaar, die is al ernstige schade toegebracht. Het gaat met een adembenemende snelheid.

Onze politiek commentatoren moeten die rode pet afzetten en afstemmen op een andere golflengte: die van de samenleving die nu eenmaal multicultureel is en zal blijven. NatCon is hier en is hier even absurd en destructief als in Amerika. Macron zei: ‘Wat ons land nodig heeft, is het herontdekken van een voorliefde voor de toekomst, in plaats van een morbide fascinatie voor een twijfelachtig verleden.’ Zo is het ook voor Nederland. En let vooral heel goed op de VVD. Die partij doet waar Hazony zo enthousiast van wordt. Met recht. Partijen als de VVD van Yeşilgöz zijn vele malen gevaarlijker dan de PVV.


Verwijzingen

[1] Gideon Rachman. The Age of The Strongman: How the Cult of the Leader Threatens Democracy around the World (pp. 151-152). Random House. Kindle Edition.

[2] Andy Beckett. I went to the NatCon conference expecting sinister exuberance. But all I found was doom and gloom. The Guardian. 19 mei 2023.

Timmermans kan het winnen van Wilders

Het was een ijzersterk beeld dat BBB voorvrouw Van der Plas op Twitter plaatste tijdens het formatiedebat van afgelopen woensdag. Een meme van een blah-blah-blatende minion schreeuwde je in het gezicht, nog voordat je haar klagerige bericht had kúnnen lezen. Van der Plas klaagde verontwaardigd: hoe kón Timmermans de PVV zomaar uitmaken voor Minions? Zo disrespectvol.

Haar opwinding was zo oprecht, dat ze zelfs vergat haar favoriete toverwoord ‘dedain’ in te zetten. Verbolgen was ze. Een overduidelijke breuk met haar imago van sterke, no-nonsense kroegtijger die ze normaliter in de media probeert neer te zetten. Iemand die wel kan tegen een plaagstootje of een treiterij. Iemand die graag uitdeelt en ook wel wat kan incasseren. Haar reactie was out of character.

‘Politiek is framing’, het is een van mijn favoriete Wilders citaten. Hij is er de grote meester in. ‘Goede debater’, wordt dat door de pers ook weleens genoemd. Het zijn gewoon oneliners en beledigingen, goed getimed en goed ingezet, zonder enige inhoud, maar hij won er jarenlang de journalistiek mee voor zich in. En via de media ook het grote publiek. Hij durfde het allemaal tenminste te zeggen.

Ook Wilders zelf stond tijdens dat debat met zijn mond vol tanden. ‘Als dit het niveau is…’, stamelde hij wat. Maar aan zijn lichaamshouding was af te lezen dat hij geen weerwoord had op deze onverwachte aanval. ‘Met twee vingers in de neus,’ plaatste hij op X, met een filmpje van zijn debat met Timmermans, waaruit zou moeten blijken dat hijzelf de grote winnaar was. Als bemoedigend schouderklopje kreeg hij van zijn trollenleger de duimpjes nog wel omhoog. Maar hij had verloren, met armlengte afstand. Daarom heeft Wilders een hekel aan Timmermans. Hij kan niet tegen hem op. Geweeklaag was het resultaat. Daar stonden ze dan, de bully’s van het schoolplein. Huilie huilie te doen.

Nu de bully’s zelf een kabinet moeten gaan vormen, moeten ze zich toch wat meer aan gedragsregels houden en dat wringt. Ze zijn nu zelf gebonden aan fatsoen. En deugen. Dat plaatst hen in het defensief, waar ze geen woorden aan kunnen geven zonder terug te kunnen vallen op ordinair taalgebruik en kwetsende krachttermen. Ineens zijn woorden als ‘schandalig’, ‘walgelijk’ en ‘verschrikkelijk’ niet meer toereikend om hun positie te beschrijven. En hun vocabulaire is niet rijk genoeg om scherp terug te kunnen sturen naar hun eigen inhoud, zo ze die hebben.

Het zijn simpele trucjes die ik graag samenvat als de ‘Ben Shapiro methode’. In zijn boekje How to debate a leftist and destroy them, geeft Shapiro een paar gouden vuistregels waarmee ieder debat gewonnen zou kunnen worden. Leg continu inconsistenties bloot, dwing je opponent om een antwoord te geven, roep ‘ad hominem’ zo vaak je kan, zet ze altijd in het defensief want daar zijn ze niet in hun comfort zone, kom niet voor anderen op, heb niet teveel principes wat personen betreft maar focus je op ideeën. Dus wie het ook is en wat ze ook hebben gedaan, hebben ze een argument dat in je straatje past, dan gebruik je dat gewoon. Als je op X zit, dan ken je dit gedrag wel. De twee- of vierluikjes, extreemrechts dat een soort saamhorige club vormt waar de meest idiote figuren alsnog duizenden retweets kunnen verwachten, maakt niet uit wie het is. Als er maar kwetsende dingen in staan, het woordje ‘walgelijk’ en ‘alles moet kapot’ dan vliegen de retweets hen om de oren. En het belangrijkste: frame het debat. Neutraliseer de buzzwords.

Het is een uiterst vervelend en zelfvoldaan boekje maar eerlijk is eerlijk, die methode werkt wel. Zo heeft extreemrechts zijn eigen frames en buzzwords gevonden die heel effectief en treffend zijn. De term ‘deuger’, bijvoorbeeld, is steeds ijzersterk ingezet. Als mensen echt rechtvaardig willen zijn, stellen ze ook hun eigen zienswijze(n) ter discussie. ‘Kijk, wij hebben tenminste wel kritiek op onze eigen politici,’ zeggen ze dan trots. Terwijl ze precies doen wat er door hun opponenten van hen verwacht wordt. Ze beperken hun eigen invloed en geven het debat uit handen. Zo zijn er nogal wat mensen not done in hun ogen, die zullen ze nooit versterken, want daar willen ze niet mee geassocieerd worden. ‘Ik ben het nooit met hem eens, maar…’ Je kent het wel. Hun eigen imago gaat boven alles. Je moet je nooit verlagen tot het niveau van de ander. Erboven staan. De andere wang toekeren. Toeschietelijk zijn en vooral niet uit je slof schieten. In keurige bewoording jezelf af laten drogen en het strijdtoneel de rug toekeren. Met opgeheven hoofd. Zelfs woorden als ‘deuger’ of ‘linksmens’ kon mensen weer terug in hun hok laten kruipen.

Het is een te ver doorgeslagen interpretatie van beschaving. Als het netjes klinkt, is het beschaafd. Maar beschaving is niet per se keurig. Voor beschaving moet je soms knokken en niet met je koektrommeltje naar de bully lopen in de hoop dat hij jou over zal slaan. Als het een straatgevecht is, moet je bereid zijn te knokken. Bijt van je af. Smeed allianties. En ga niet zitten heulen met de vijand omdat je iedereen te vriend wil houden. Politiek is strijd en wie niet strijdt, kan zomaar de beschaving verliezen. Timmermans lijkt dat te hebben begrepen. Hij is nog zoekend, maar hij wordt er steeds sterker in. Hij heeft echter wel een grote handicap. Zijn achterban. Want moet hij zich nou wel tot dat niveau verlagen? Is beledigen wel de manier? Ze moeten er nog aan wennen, blijkbaar.

Als Timmermans sterk genoeg is om zijn eigen achterban te weerstaan en bereid is zichzelf in dat proces eventueel te offeren, kan hij het van Wilders winnen. Zo’n lange formatieperiode biedt een enorme window of opportunity om het tegenoffensief in te zetten. Wilders moet formeren, dat is een zwakke plek waar je hem best op mag raken. Dat zou hij zelf ook doen. Politiek is framing. Maak gebruik van zijn eigen spelregels.

Tijdens de formatie is Wilders toch een beetje de premier van alle Nederlanders. Mocht het daadwerkelijk tot een kabinet Minions I komen, dan zal Wilders  – ook al wordt hij het zelf niet – altijd de inofficiële premier zijn. Dat vraagt van hem een groot offer. Hij zal zelf gebonden zijn aan fatsoen. En deugen. De boodschap van zijn kiezers is duidelijk: een aanzienlijk deel van hen stemde niet op Wilders, maar op Milders. Iemand die zich kan inhouden en die zijn radicale ideeën overboord zal gooien. Hij zal zich op de inhoud moeten toeleggen en is als kabinetslid in het defensief. Hij heeft coalitiepartners waar hij rekening mee moet houden. Dat is volledig buiten zijn comfortzone. Hij kan het ook niet. En dan zit hij ook nog eens opgescheept met een club volkomen incapabele PVV-Kamerleden waar hij constant op zal moeten letten.

Wilders staat in een zeer kwetsbare positie. Van der Plas ook en die heeft meer te verliezen dan Wilders, want de laatste is het alleen om zijn eigen zetel in de Kamer te doen. Het is nu of nooit. Zo’n politiek van framing verliest vanzelf ook weer zijn kracht, ieder wapen wordt op den duur bot. Dan gaat het hopelijk vanzelf – of met een beetje hulp – weer om de inhoud. Om de beschaving te beschermen, zal je soms eens onbeschaafd moeten zijn. Minions. Het is een blijvertje.

De VVD is geen gematigde partij. De VVD is antiliberaal en extreemrechts, het is tijd dat te benoemen.

De surveillancestaat

Bij ons om de hoek staat inmiddels al twee maanden een grote paal met bewakingscamera, afgebakend met schotten. Onlangs is er (tot tweemaal toe) een aanslag gepleegd op een woning. De woning is door de gemeente tijdelijk ‘gesloten’ (ofwel: de bewoner moet er tijdelijk uit) en met de camera – die de hele straat in beeld brengt – moet er weer iets van ‘veiligheid’ in de buurt terugkeren. Ik moest het uit de krant vernemen, want een briefje in de brievenbus was blijkbaar teveel moeite en ook is het ons omwonenden niet duidelijk gemaakt tót wanneer die surveillance daar noodzakelijk (of geoorloofd) zou zijn. De surveillance strekt in mijn geval inmiddels tot aan mijn voordeur. Als ik de cameradeurbellen niet meereken, want daarmee kan je gewoon in mijn huis naar binnen kijken en ons nog beluisteren ook.

Waar word je tegenwoordig níet meer in de gaten gehouden? Camera’s overal in de openbare ruimte, niemand die meer precies weet welke gegevens digitaal aan elkaar gekoppeld zijn en welke instanties wat precies over je weten, met welke algoritmes en welke vooroordelen je door geautomatiseerde processen op je integriteit getoetst wordt. Zelfs voor iedere kleine boodschap die je doet of elk ommetje, moet je je ID-kaart op zak hebben.

Vertrouwd met wantrouwen

Een gesprek met jonge mensen, allemaal van de generatie na de aanslagen van 9/11, geeft een schokkende inkijk in het mensbeeld dat daaruit geboren is. Zij groeiden op in die surveillancestaat, ze weten niet beter. Het idee dat er níet overal camera’s zouden hangen, beangstigde hen stuk voor stuk. Niet vanwege angst voor terroristische aanslagen, dat maakten zij helemaal niet mee. Ze konden zich niet voorstellen hoe een samenleving zónder al die maatregelen veilig zou kunnen zijn, omdat mensen niet te vertrouwen zijn. Alle surveillancemaatregelen moeten blijven, omdat ‘iedereen anders maar van alles zou kunnen doen’. Het is goed als de overheid burgers 24/7 kan controleren en doorlichten. Bottomline: medeburgers zijn niet te vertrouwen. Zonder constante monitoring, is anarchie onvermijdelijk, zo is hun inschatting.

De overtuiging dat mensen automatisch zouden vervallen in onwettig gedrag als zij niet constant in de gaten gehouden worden, getuigt van een zeer wantrouwend mensbeeld. En dat is eigenlijk hoe je de ontwikkeling van de Nederlandse cultuur van na 9/11 kunt typeren: wantrouwen is de norm geworden. Niet uit grimmigheid, niet vanwege haatdragende motieven, niet vanuit slinksheid, maar omdat wantrouwen inmiddels eerste natuur is. Continu aanwezige externe controle is noodzakelijk om onze medeburgers op het rechte pad te houden. Ergo: schuldig, nog voordat je iets hebt kúnnen doen.

Dit is het resultaat van 25 jaar extreemrechtse politiek die de samenleving niet alleen hevig verdeeld heeft, maar burgers zodanig tegen elkaar heeft opgestookt, dat wantrouwen geïnternaliseerd is. Maar als burgers elkaar ervan verdenken niet te vertrouwen te zijn, zijn ze dat dan eigenlijk zelf wel? Hebben zij überhaupt sociale regels geïnternaliseerd? Als die externe controle als levensnoodzaak wordt gezien, zijn burgers dan nog wel bereid om het systeem te blijven controleren? Hoe ver mag de overheid eigenlijk gaan voordat burgers nog aan de rem durven te trekken? Is privacy nog een mensenrecht? Hoe zit het met de praesumptio innocentiae, dat is zeker een mensenrecht maar lijkt (althans, buiten de rechtszaal) al niet meer te bestaan: dat eenieder voor onschuldig dient te worden gehouden tot het tegendeel is bewezen. En als we sociale normen niet meer internaliseren, kunnen we dan eigenlijk nog wel van beschaving spreken?

Blind voor mens en recht

Het onlangs verschenen parlementaire rapport Blind voor Mens en Recht, waarin de parlementaire onderzoekscommissie naar het toeslagenschandaal op zoek gaat naar de reden waarom het zo fout heeft kunnen gaan, geeft een schokkende kijk op het Nederland van nu. De commissie wijst niet alleen de verantwoordelijke kabinetten als schuldige aan, maar ook de Tweede Kamer en de media. En burgers, zouden we daar eigenlijk aan toe moeten voegen.

Burgers stemden op die politici, burgers kwamen er niet tegen in protest, grote getalen burgers bleven op die partijen stemmen ook toen al duidelijk was wie ervoor verantwoordelijk waren. Burgers stemden op partijen die ‘systemen optuigden die hen aanvallen’, waarvan niemand weet hoe ze precies werken en wie er op welk moment slachtoffer van kan worden. En tenslotte werden er ook burgers journalist of ambtenaar, of politicus. Het toeslagenschandaal is een aanklacht tegen de staat van onze samenleving. Het gaat over ons allemaal.

‘Meer nog dan de reconstructie van een of meerdere schandalen is dit een zelfzoektocht naar hoe politieke overtuigingen systemen hebben opgetuigd die burgers aanvallen.’

Nog meer tekenend voor de staat van onze samenleving, is het uitblijven van enige echte reactie of shock over de uitkomsten van het rapport. Een ongenadig fraudebeleid dat mensen vermorzelde, onmogelijke boetes, foutjes werden bestraft als fraude en zelfs mensen die helemaal niets verkeerd hebben gedaan werden vermalen door de overheid. Het is inmiddels jaren geleden dat dit bekend werd en het kabinet Rutte III er ontslag voor moest nemen. Van ongeloof onder de bevolking kan geen sprake meer zijn. We spreken er schande van, maar toch wil niemand dat het fraudebeleid linea recta wordt geschrapt. Waar rook is, is vuur, zo is bij velen de gedachte. Dat is ook de reden waarom uithuisgeplaatste kinderen nog niet terug zijn bij hun ouders. Er zal wel meer spelen. De overheid doet dat niet zomaar. Schuldig, ondanks bewezen onschuld. Wind er geen doekjes om: velen hebben dezelfde onderbuik als Henk Kamp.


Kop De Groene Amsterdammer (klik voor het artikel)


Van kwaad tot erger

Het verraderlijke addertje onder het gras is natuurlijk dat burgers altijd denken dat de ander niet te vertrouwen is. Zijzelf zullen nooit ten prooi vallen aan oneerlijk overheidsbeleid. Maar waar discriminatie eenmaal de norm is, verschuift die vroeg of laat ook van de ene naar de andere bevolkingsgroep. Dat zag je bij de toeslagenaffaire, dat zie je aan de surveillance, dat zie je aan alle controlemechanismen waar de overheid inmiddels over beschikt. En hóe we gecontroleerd worden, het is een black box waar niemand vat op heeft. Vorige week werd bekend dat ook bij DUO discriminerende algoritmen werden gebruikt. ‘Indirect’ natuurlijk: ‘Ik dacht gewoon: ik pak je,’ zei oud-handhaver Helma over Marokkaanse studenten die ze verdacht van frauderen. Maar minister Dijkgraaf noemde het indirecte discriminatie, dus is het indirect. Maar niet echt natuurlijk. ‘Ze zullen het er wel naar gemaakt hebben’. Velen hebben namelijk dezelfde onderbuik als Helma.

Die onderbuik van Henk en Helma, die blijken die geautomatiseerde controlesystem van de overheid dus ook te hebben. En ze houden ons constant in de gaten. We worden stiekem geprofileerd, hoewel dat volgens het Europese Hof niet mag. Het politieke klimaat van de afgelopen 25 jaar heeft ons naar dit punt geleid waarop we alles accepteren, zolang de overheid ons maar continu monitort. Het rapport Blind voor Mens en Recht legt terecht de zere vinger op de invloed van Geert Wilders en zijn PVV op het politieke landschap. Maar het is niet Wilders alleen. De PVV gaf gedoogsteun aan kabinet Rutte I dat het ongenadige fraudebeleid introduceerde, maar het waren andere politieke partijen die het bleven doorvoeren en uitvoeren. CDA en VVD. En daar moeten we het over hebben.

Ons onderzoek toont aan dat we … moeten stoppen
AI-fouten te zien als een technologisch probleem. Het is een politiek probleem. Wat moet worden opgelost is niet een technologische bug in het systeem, maar de systemische ongelijkheden die deze systemen in stand houden.

In kabinet Rutte II was ook de PvdA bij dit beleid betrokken. Met het aftreden van Asscher hebben zij schuld betoond. Het CDA is inmiddels afgestraft door haar achterban, maar de VVD blijft brandschoon. Terwijl de VVD nou juist het grootste probleem van de Nederlandse samenleving is. Het politieke beleid van de VVD heeft niet alleen burgers vermorzeld, maar vervormd. Het heeft de cultuur omgevormd van één van vertrouwen, naar diep wantrouwen. Waarom we het daar nu echt over moeten hebben? De samenleving is geradicaliseerd onder het politieke beleid van de VVD. Dat is juist nú belangrijk, omdat we steeds meer in de greep raken van artificial intelligence. Geautomatiseerde discriminatie. En dat levert echt grote gevaren op, voor iedereen.

Wie is er nog verantwoordelijk als je kunstmatige intelligentie de schuld kan geven? Wie kan het ontrafelen? Wie is er dan nog verantwoordelijk voor beleid? En wie zegt dat jij zelf niet op een dag in zo’n algoritme verstrikt raakt? We moeten het nú over de VVD hebben, omdat we in een situatie zijn geraakt waarin burgers beschermd moeten worden voor de overheid, maar zich daartoe nergens kunnen wenden. We moeten het er nú over hebben, omdat de VVD niet stopt met radicaliseren, totdat de samenleving er een halt toe roept.

Waarom de VVD geen gematigde partij (meer) is

Het zou een artikel op zich opleveren om in kaart te brengen hoe vaak VVD ministers besluiten van de rechter naast zich neer hebben gelegd, of de wet hebben overtreden zonder er bij te blikken of te blozen. Deze week nog, besloten VVD minister Yeşilgöz (J&V) en VVD staatssecretaris Van der Burg vast te houden aan een omstreden aanpak voor ‘overlastgevende asielzoekers’, hoewel de politie het niet wilde uitvoeren uit angst voor etnische profilering en de rechter oordeelde dat er onvoldoende wettelijke grondslag voor bestond. Na kritische berichtgeving in de media zag Van der Burg er dan toch van af, maar de intenties van deze bewindspersonen zijn duidelijk.

De VVD wilde een gezinsherenigingsstop die door het ministerie J&V werd afgeraden en waar de rechter uiteindelijk een stokje voor heeft moeten steken. De VVD liet kabinet Rutte IV vallen op leugens over ‘nareis op nareis op nareis’ van migranten. De VVD voerde campagne met leugens over migratie. Het veroorzaakte een opvangcrisis, waardoor vluchtelingen in Ter Apel op stoelen moesten slapen of in de buitenlucht. Zoveel had de VVD ervoor over om vluchtelingen tot zondebok te maken. Dat niemand zich ooit heeft afgevraagd hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat Nederland niet eens een paar tenten kan verstrekken, is een raadsel.

De voorbeelden zijn te talrijk. De reactie van Rutte, van Henk Kamp en van de hele VVD op het rapport Blind voor Mens en Recht is echter voldoende illustratief. Ze zagen er niets verkeerds in, ze zouden het zo weer doen en verder viel er een oorverdovende stilte. Burgers hebben zichzelf gedood om wat hen is aangedaan, kinderen werden uit huis geplaatst, de problemen zijn niet opgelost, mensenlevens zijn vermangeld, kinderen kregen een oneerlijke start, hen werd liefde, steun en een toekomst ontzegt. De VVD zwijgt. Intussen draaien de algoritmes door. Daar valt geen gematigdheid aan te ontdekken. Het is extreem. In alle opzichten.

De VVD houdt de PVV in toom

Al jaren wordt vergoelijkend beweerd dat Rutte steeds meer denkbeelden en retoriek van Wilders overneemt, om die laatste ‘op afstand te houden’, of zo de PVV in te kapselen. Alsof het een nobele daad is, in het belang van de samenleving. Maar Wilders is een product van de VVD, niet andersom. Hij werd politiek geschoold door Bolkestein. Rita Verdonk was van de VVD. Henk Kamp was ook in de tijd dat Wilders bij de VVD zat al aan de rechtser-dan-rechtse vleugel van de VVD. Rutte zelf was ook een van Bolkesteins tovenaarsleerlingen.

Dat Rutte steeds rechtser werd, was niet vanwege nobele motieven, maar vanuit overtuiging en partijpolitiek binnen de VVD. Als staatssecretaris zette hij aan tot rassendiscriminatie, zo oordeelde de rechtbank. Al dat extreemrechtse gedachtengoed, zit diep in de gelederen van die partij. Al sinds Bolkestein. Wilders maakte zichzelf onmogelijk, maar die had het anders misschien ook wel tot het partijleiderschap geschopt. De VVD is zo ver opgeschoven naar Wilders, dat er nauwelijks nog verschil zit tussen beide partijen. Het duidelijkste verschil is dat de VVD nog altijd als een nette partij gezien wordt, terwijl de PVV de verwerpelijke reputatie behoudt. Bij het informatiedebat van 14 februari jl. bracht Esther Ouwehand (PvDD) onder woorden wat we allemaal onder ogen moeten zien: De rechtsstaat was onder Rutte al niet veilig. Zijn opvolger Yeşilgöz wil nog veel minder rekenschap afleggen.

Wilders is een product van de VVD

De overstap van kiezers van de VVD naar de PVV was slechts een kleine: het antimigranten sentiment was voor hen voorheen juist – tezamen met de hypotheekrenteaftrek – een belangrijke reden om VVD te stemmen. Bij Wilders is het vooralsnog retoriek, de VVD doet het gewoon, al jaren. De VVD is niet veel minder radicaal dan de PVV en ook de VVD heeft plannen in het verkiezingsprogramma staan die niet voldoen aan de minimumeisen voor rechtsstatelijkheid. Yeşilgöz en Hermans hebben de aanval ingezet op de vrije meningsuiting en het demonstratierecht. Dat is zo antiliberaal als maar kan. Zolang de VVD nog als nette partij wordt aangeduid en het acceptabel blijft om op die partij te stemmen, blijft Nederland een extreemrechts land. Een land waar wantrouwen de norm is, waar burgers vermangeld zullen blijven worden, waar we met leugens, list en bedrog worden geregeerd. Verdeel en heers. Dat is de VVD.

Jonge mensen zijn opgegroeid in zo’n samenleving. Wantrouwen is onderdeel van hun DNA. Zij zijn de leiders van de toekomst, de agenten, de advocaten, rechters, politici, ambtenaren en burgers. Gewapend met AI, dus niet verantwoordelijk en zonder geïnternaliseerde positieve normen (ofwel: gewetenloos), maar opgegroeid met normalisering van discriminatie, racisme, xenofobie, moslimhaat en onaantastbare macht, doet dat je voor de toekomst vrezen. Als je de meetlat langs onze grondwettelijke mensenrechten legt, is er geen enkele objectieve maat waarmee je de VVD nog gematigd kunt noemen.

Populism of fear
David Altheide

Fear begins with things we fear, but over time, with enough repetition and expanded use, it becomes a way of looking at life.

De VVD is antiliberaal en extreemrechts. Het is een politiek taboe om dat niet uit te mogen spreken. Niet de definities zijn niet meer toereikend, maar ons gedrag en denkbeelden. Wíj passen er niet meer in. Omdat we blind zijn geworden voor mens en recht. Omdat de norm zo ver is opgeschoven, dat we er allemaal (ook al is het deels) in zijn gaan geloven. Fabels zijn feiten geworden. Omdat we te vertrouwd zijn geraakt met wantrouwen. En omdat we te laf zijn om ons uit te spreken, omdat de agressie die er op volgt niet mals is. Maak gebruik van de vrije meningsuiting zolang die er is. Dat is nú nodig, want nu is het nog mogelijk om mensen verantwoordelijk te houden. Onze grondwettelijke mensenrechten zouden onze sociale normen moeten vormen, niet de politieke werkelijkheid. Het zou een sociale norm moeten zijn om je uit te spreken tegen partijen die onze mensenrechten schenden. Want als we dat niet meer doen, kunnen we dan nog wel van beschaving spreken?

NB: Dit stuk begin ik met een gesprek en neem dat als illustratie van ontwikkelingen in de samenleving. Dat is een methode die een antropoloog kan gebruiken, om een probleem met behulp van casuïstiek of een voorbeeld aan te kaarten. Het gaat echter om een bredere ontwikkeling die ik waarneem, niet slechts om deze casus. Het is een methode, geen ‘anekdotisch bewijs’.