“Ze noemen ons eens geen fascisten, of semi-fascisten. Ze willen een echt debat!” schreef Yoram Hazony onlangs enthousiast op Twitter. De oprichter van de NatCon-beweging reageerde op twee essays in The Economist, die handelden over de dreiging van een wereldwijd front van nationalistisch conservatieven versus het liberalisme.

In een van de essays stelt The Economist dat liberalen het patriotisme – de natuurlijke liefde voor het eigen land – zouden moeten omarmen en zich aan zouden moeten passen aan het nationalistisch conservatisme. Niet vreemd dus, dat Hazony zo opgetogen reageerde, want het invloedrijke nieuwsmedium speelde daarmee recht in zijn kaart; ze pleiten voor het mainstreamen van radicaal gedachtengoed en het overnemen van een politieke ideologie. Wat de VVD deed met het gedachtengoed van de PVV dus, waarmee het de eigen partij grotendeels overbodig maakte en extreme overtuigingen normaal maakte en in het beleid doorvoerde.  

Wie is Hazony

Hazony is in de eerste plaats, zo schrijft hij in zijn boek The Virtue of Nationalism, een geboren Zionist. Zijn politieke visie erfde hij van zijn ouders en grootouders die in de jaren 1920 en 1930 naar Joods Palestina vertrokken met het doel daar een onafhankelijke Joodse staat te vestigen. Het Zionisme (of Joods nationalisme) is dan ook zijn ‘natuurlijke’ kijk op het leven en de wereld. Zijn loopbaan concentreert zich rond ditzelfde thema: nationalistisch conservatisme.

Hazony werd filosoof, bijbelgeleerde en politiek theoreticus. Momenteel is hij voorzitter van het Herzl Instituut in Jeruzalem en medeoprichter van de Edmund Burke Foundation, dat fungeert als gastheer van de NatCon Conference. Hij werkte ooit nauw samen met Netanyahu, maar zijn invloed is vooral buiten Israël van betekenis: als je het denken van de Trump-regering wil begrijpen, moet je het werk van Hazony lezen – aldus Wes Mitchell, voormalig adjunct-staatssecretaris van de Trump administratie voor Europa.[1] Zijn invloed strekt echter verder dan Trump. Zijn nationalistisch conservatisme reist inmiddels de hele wereld over.

NatCon, een mondiale beweging

Het nationalistisch conservatisme kennen we in Nederland vooral van Forum voor Democratie (FvD) en op social media van politieke influencers als Eva Vlaardingenbroek en Raisa Blommestijn. Hoewel zij er in Nederland een behoorlijke aanhang voor vinden, wordt er toch wat lacherig over gedaan. NatCon is niet serieus te nemen. Misschien komt het daarom zo weinig aan bod in de Nederlandse journalistiek.

Headline The Economist (klik hier voor het artikel)

De nationalistisch-conservatieven maken echter steeds meer deel uit van een wereldwijde beweging met eigen netwerken van denkers en leiders, en bestaat er ook een grote overlap in hun ideologie. Ze delen niet alleen de populistische methode van politiek bedrijven met elkaar. Het gaat dieper dan dat. Hoewel het geen coherente beweging is, verenigen ze zich razendsnel. Ook Geert Wilders hoort bij deze beweging. In Nederland willen journalisten daar nog niet zo aan, want Wilders zou te liberaal zijn. In sociaal-cultureel opzicht is Wilders echter verre van liberaal. Buiten Nederland twijfelen politiek commentatoren dan ook helemaal niet aan de rol van Wilders binnen deze beweging. Zowel Wilders’ methode als zijn ideeën passen naadloos in nationalistisch-conservatieve beweging. Daarom staat Nederland ook in het rijtje van landen die een bedreiging zullen vormen voor de wereldorde, nu het gedachtengoed van Wilders zo’n grote stempel op het Nederlandse beleid drukt.

Wereldwijde samenwerking

Voor de Nederlandse pers lijkt te gelden dat gedachtengoed van individuele politiek leiders volledig overeen moet komen met de oorspronkelijke ideologie, om de link te kunnen leggen met die ideologie. Maar de NatCon-beweging is op zichzelf incoherent, de ideologieën van de afzonderlijke politici of politieke bewegingen zijn op verschillende vlakken uiteenlopend. Dat is het punt echter niet. Het gaat het om de mate waarin de overlap een bepaalde ontwikkeling teweegbrengt, niet of de ideologieën perfect met elkaar overeenkomen. Het gaat niet om de vorm, maar om het effect. Het gaat erom dat politiek leiders over de hele wereld zich met elkaar verenigen juist op de overlap van dit gedachtengoed. De verschillen in ideologie en het respect voor die onderlinge verschillen onder politiek leiders vormen juist de essentie van NatCon.

Wilders zoekt nadrukkelijk de samenwerking met andere politiek leiders met dit gedachtengoed en hij profileert zich er – zeker internationaal – nadrukkelijk mee. Laten we zijn Tweet van 26 januari jongstleden nemen, dat was tijdens de eerste informatieronde van de kabinetsformatie. Hij plaatste toen een cartoon van de omstreden cartoonist Ben Garrison, waar velen aanstoot aan namen vanwege vermeend antisemitisme.

Een cartoon die de indruk van antisemitisme wekt zou Wilders als strijder voor Israël al niet moeten plaatsen, dat is één ding. Deze cartoon gaat echter niet over antisemitisme, integendeel. Het gaat over nationalistisch conservatisme, over het herscheppen van de wereldorde naar de tijd van vóór de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een wereld van – idealiter – zuivere etnostaten. Nationale onafhankelijkheid en zelfbeschikking aan ’tot slaaf gemaakte volkeren over de hele wereld’.

Yoram Hazony

The Virtue of nationalism, p. 10-11

Tot aan de Tweede Wereldoorlog geloofden velen nog steeds dat het principe van nationale vrijheid de sleutel was tot een rechtvaardige, diverse en relatief vreedzame wereld. Maar Hitler veranderde dat allemaal, en vandaag leven we in de nasleep, waarin een simplistisch verhaal, onophoudelijk herhaald, beweert dat “nationalisme twee wereldoorlogen en de Holocaust heeft veroorzaakt”. En wie zou eigenlijk een nationalist willen zijn als nationalisme betekent dat racisme en bloedvergieten op onvoorstelbare schaal worden ondersteund? Nu het nationalisme zo wordt bezoedeld als de oorzaak van het grootste kwaad van onze tijd, is het niet verwonderlijk dat de oude intuïties ten gunste van nationale onafhankelijkheid geleidelijk zijn afgezwakt en uiteindelijk zelfs in diskrediet zijn gebracht. … De nieuwe wereld die zij [de liberalen] voor ogen hebben, is er een waarin liberale theorieën over de rechtsstaat, de markteconomie en individuele rechten … worden beschouwd als universele waarheden en worden beschouwd als de juiste basis voor een internationaal regime dat de onafhankelijkheid van de nationale staat overbodig zal maken. Met andere woorden, wat wordt voorgesteld, is een nieuw “liberaal rijk” dat de oude protestantse orde, gebaseerd op onafhankelijke nationale staten, zal vervangen. Het is het imperium dat verondersteld wordt ons te redden van het kwaad van het nationalisme.

Het is de basis van het Zionisme van Hazony en daarmee ook de basis van het gedachtengoed van NatCon: dat wereldleiders uit schuldgevoel over de holocaust de grote denkfout maakten dat een verenigde wereld het antwoord zou zijn op ‘dit nooit meer’. De globale hegemonie en internationale samenwerkingsverbanden die daaruit voortkwamen moet worden teruggedraaid. De wereld moet juist bestaan uit soevereine etnostaten. Het tij moet worden gekeerd. De huidige wereldorde moet worden teruggedraaid.

Wilders is NatCon

Het nationalisme waar Hazony mee opgroeide is ‘een principieel standpunt dat de wereld het beste bestuurd wordt als naties in staat zijn hun eigen onafhankelijke koers uit te stippelen, hun eigen tradities te cultiveren en hun eigen belangen na te streven zonder inmenging. Dit in tegenstelling tot het imperialisme, dat vrede en welvaart in de wereld wil brengen door de mensheid zoveel mogelijk te verenigen onder één politiek regime.’ Het nationalisme is een theorie over hoe de politieke wereld geordend zou moeten zijn.

Hazony schreef een boek om zijn ideologie uiteen te zetten (The Virtue of National Conservatism, hier te downloaden), maar Wilders kan het samenvatten in één simpele tweet:

Een aantal overtuigingen verenigen de beweging: woede tegen liberalen, extreme eerbied voor traditie, afschuw over ‘ongecontroleerde immigratie’ en een schijnbare bereidheid om conservatieve, vaak christelijke, waarden aan anderen op te leggen.[2] Dit worden vaak ‘Judeo-Christelijke waarden’ genoemd (ook door Wilders), wat eigenlijk een hondenfluitje is voor witte suprematie. Het Judaïsme en het Christendom zijn namelijk niet één geloof. NatCon zou volgens Hazony juist níet racistisch zijn, want het zou er juist oog voor hebben dat culturen beter tot hun recht komen in hun eigen habitat. De overtuigdheid van witte – voor Zionisten zelfs Joodse – superioriteit, vormt ontegenzeggelijk de basis van dit gedachtengoed. Vaak speelt anti-islamitisch sentiment een belangrijke rol.

Weg met het liberalisme

Kort samengevat is de wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan een grote fout (grap, noemt hij het) en moet die worden teruggedraaid. Meer dan wat ook is het nationalistisch conservatisme antiliberaal, tégen de liberale constructie van het Westen.

Welk tij moet gekeerd worden?
Er vond een getijdenverschuiving plaats in de houding ten opzichte van uitingen van nationaal en religieus particularisme. De twee wereldoorlogen hadden Europa een nauwelijks voorstelbare catastrofe gebracht, met de monsterlijke misdaden van de Duitse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog als kroon op het kwaad. En terwijl de naties worstelden om te begrijpen wat er was gebeurd, waren er mensen – zowel marxisten als liberalen – die graag wilden uitleggen dat de oorzaak van de catastrofe de orde van de nationale staten zelf was geweest. … na de Tweede Wereldoorlog vond het eindelijk zijn merkteken. Toen foto’s uit de Duitse vernietigingskampen circuleerden, nam ook de bewering toe dat wat Duitsland had gemotiveerd om alle Joden in de wereld te vermoorden, het ‘nationalisme’ van de Duitsers was geweest.In hun radio-uitzendingen benadrukten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië consequent dat het hun doel was om als alliantie van onafhankelijke naties de onafhankelijkheid en zelfbeschikking van nationale staten in heel Europa te herstellen. En uiteindelijk was het het Amerikaanse, Britse en Russische nationalisme – zelfs Stalin had de marxistische prietpraat over ‘wereldrevolutie’ opgegeven ten gunste van een openlijk beroep op Russisch patriottisme – dat het Duitse streven naar een universeel imperium versloeg. … Volgens deze manier van denken was het antwoord op het overweldigende kwaad van het Duitsland uit het nazi-tijdperk het ontmantelen van het systeem van onafhankelijke natiestaten dat Duitsland het recht had gegeven om zelf beslissingen te nemen, en het te vervangen door een overkoepelende Europese unie die in staat zou zijn om Duitsland in bedwang te houden. Of met andere woorden: neem de Duitse zelfbeschikking weg en je zou welvaart en vrede in Europa brengen. Het voorstel dat men in staat zal zijn om Duitsland te “beteugelen” door de nationale staten van Europa te elimineren, wordt vandaag de dag eindeloos herhaald in Europa.waarom zou iemand willen opkomen voor het idee van nationale onafhankelijkheid, als nationale onafhankelijkheid de wereldoorlog en de Holocaust heeft veroorzaakt? … Bovendien heeft de bereidheid van de Verenigde Staten om hun legers voor het grootste deel van een eeuw in Europa te stationeren, ertoe geleid dat vrede en veiligheid naar de Europese naties zijn gekomen zonder dat ze hoefden te investeren in capaciteiten, militair of conceptueel, die in verhouding staan tot de werkelijke veiligheidsbehoeften van landen die grenzen aan Rusland en de moslimwereld. Dit eigenaardige feit – dat Amerikanen de financiële en militaire middelen blijven leveren die nodig zijn om de vrede in Europa te bewaren tegen relatief lage kosten voor Duitsland of Frankrijk – is een onderliggende reden geweest dat Europeanen zo geslagen zijn door de liefde voor het liberale rijk.Europeanen zijn gereduceerd tot de toestand van louter afhankelijkheid, bestaande bij de gratie van Amerikaanse vrijgevigheid. … Als er geen Europese Unie was geweest, geen politieke eenwording van Frankrijk of Nederland met Duitsland, zou de militaire aanwezigheid en bescherming van Amerika in ieder geval de vrede in Europa hebben gegarandeerd. Dit is wat rijken doen. Ze bieden vrede in ruil voor het afzien van de onafhankelijkheid van een natie – inclusief haar vermogen om als een onafhankelijke natie te denken en om volwassen beleid te bedenken en uit te voeren dat past bij het leven van een onafhankelijke natie. … Het resultaat is het politieke landschap dat we om ons heen zien. Van Europa tot Amerika is de protestantse constructie die het Westen zijn buitengewone kracht en vitaliteit gaf, verworpen door stedelijke en goed opgeleide mensen. Degenen die oproepen tot het herstel van de instelling van de nationale staat worden niet langer erkend als degenen die voorstellen dat we de fundamenten van de politieke orde waarop onze vrijheden zijn gebouwd, stevig maken. In plaats daarvan wordt een dergelijk pleidooi opgevat als een voorstel om terug te keren naar de barbarij, naar de slechte oude wereld die in 1945 had moeten sterven.Yoram Hazony in The Virtue of Nationalism, p. 37-38

Hazony erkent zelf dat ‘het tij’ niet zomaar te keren valt en dat zo’n terugdraaiing van de wereldorde lange tijd zal vergen. Dat weerhoudt de politieke opportunisten er echter niet van om een snelle verandering te willen forceren. Dat heeft al geleid tot groteske fantasieën over massamoorden en massadeportaties, grove mensenrechtenschendingen, er werden nieuwe muren opgetrokken en het heeft ook al geleid tot wrede onderdrukking van groeperingen binnen samenlevingen (denk aan de Oeigoeren of moslims in India om maar een paar voorbeelden te noemen). Ernstige oorlogsmisdaden moeten ook aan dat rijtje worden toegevoegd. Zowel Poetin als Netanyahu worden gedreven door hún ideeën van nationalistisch conservatisme.

Hoe je ook over het gedachtengoed denkt en hoe wreed je ook van inborst mag zijn, een wereld waar dood en verderf dagelijkse kost is, is een unheimische plek voor iedereen. Bovendien zal er geen welvaart en welzijn op gedijen. Over haalbaarheid maken de Nationalistisch Conservatieven zich geen zorgen. Dat er echt nergens een plek op aarde is waar je burgers die je niet meer wil kunt dumpen, het doet er niet toe. Ze keren zich hoe dan ook tegen de multiculturele samenleving, hoewel ze goed begrijpen dat die samenleving zo is en blijft. Want hoewel die leiders gezamenlijk optrekken om radicaalrechts gedachtengoed te wereld te laten veroveren, het begin van een antwoord op het vraagstuk hoe ze hun plannen willen bereiken hebben ze niet.

Het tijdperk van de sterke leiders

Het hedendaagse politieke landschap wordt gekenmerkt door een opkomst van sterke leiders over de hele wereld. Deze leiders, zoals Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, en anderen, beloven vaak een terugkeer naar een vermeend verleden van nationale grootsheid, gedreven door angst en nationalisme. Gideon Rachman’s “The Age of the Strongman” belicht deze trend en wijst op de gevaren ervan voor de democratie.

Wat deze leiders kenmerkt is hun claim het échte volk te vertegenwoordigen, terwijl ze politiek bedrijven gedreven door angst, nationalisme, ze minachten de rechtsstaat, politieke correctheid en liberale waarden. Ze creëren graag een persoonlijkheidscultus om zichzelf heen. Deze trend zien we zowel in democratische, als in autocratische staten. Ze beloven vaak een herstel van een verloren tijdperk van nationale grootsheid. Hun stijl is populistisch, waarbij eenvoudige oplossingen voor complexe problemen worden gepresenteerd. Eén belangrijke overeenkomst: ze zijn nationalistisch en conservatief, maar politieke commentatoren zijn keer op keer zo verblind door de stijl dat ze in deze leiders een frisse, liberale belofte zien. Volgens Gideon Rachman, tenminste. Hij mag het zeggen, als journalist voor de Financial Times viel hij zelf ook in die valkuil. Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, Duterte, Mohammed bin Salman, Bolsonaro, Netanyahu, Johnson, Abiy Ahmed, Orbán, allemaal werden ze door westerse politiek commentatoren eens gezien en gepusht als (liberale) belofte.

Hazony over een wereldorde gebaseerd op onafhankelijke naties zoals in de Hebreeuwse Bijbel (klik om uit te vouwen).

Het idee dat de politieke orde gebaseerd zou moeten zijn op onafhankelijke naties was een belangrijk kenmerk van het oude Israëlitische denken, zoals weerspiegeld in de Hebreeuwse Bijbel (of “Oude Testament”). En hoewel de westerse beschaving gedurende het grootste deel van haar geschiedenis werd gedomineerd door dromen van een universeel rijk, heeft de aanwezigheid van de bijbel in het hart van deze beschaving ervoor gezorgd dat het idee van de zelfbepalende, onafhankelijke natie keer op keer nieuw leven werd ingeblazen.

Waarom hecht de bijbel zoveel belang aan de onafhankelijkheid van naties? De wereld van Israëls profeten werd gedomineerd door een opeenvolging van keizerlijke machten: Egypte, Babylonië, Assyrië en Perzië, die elk plaats maakten voor de volgende. Ondanks hun verschillen trachtte elk van deze rijken een universele politieke orde op te leggen aan de mensheid als geheel, aangezien de goden hen hadden gezonden om onnodige geschillen tussen volkeren te onderdrukken en een verenigd internationaal rijk te creëren waarin mensen in vrede en welvaart konden samenleven.

Door een einde te maken aan oorlogvoering in uitgestrekte gebieden en hun bevolking in te zetten voor productief landbouwwerk, waren imperiale machten in feite in staat om miljoenen mensen een relatief betrouwbare vrede te brengen en een einde te maken aan de dreiging van hongersnood. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de keizerlijke heersers van de oude wereld het als hun taak beschouwden, in de woorden van de Babylonische koning Hammurabi, om ‘de vier windstreken van de wereld tot gehoorzaamheid te brengen’. Die gehoorzaamheid maakte redding van oorlog, ziekte en hongersnood mogelijk.

[D]e Bijbel is ontstaan uit een diepgewortelde oppositie tegen dit doel. Voor Israëls profeten was Egypte “het huis van slavernij”, en zij spaarden geen woorden om het bloedvergieten en de wreedheid te betreuren die gepaard gingen met de keizerlijke verovering en met de keizerlijke manier van regeren, het gebruik van slavernij en moord en de onteigening van vrouwen en eigendommen. Dit alles, zo betoogden de Israëlitische profeten, kwam voort uit de afgoderij van Egypte – uit zijn onderwerping aan goden die elk offer zouden rechtvaardigen zolang het de uitbreiding van het keizerlijke vrederijk bevorderde en de productie van graan op maximale capaciteit hield.

Het is in de Bijbel dat we de eerste duurzame presentatie vinden van een andere mogelijkheid: een politieke orde gebaseerd op de onafhankelijkheid van een natie die binnen beperkte grenzen leeft naast andere onafhankelijke naties. De bijbel propageert systematisch het idee dat de leden van een natie elkaar als “broeders” moeten beschouwen, en de Mozaïsche wet bood de Israëlieten een grondwet aan die hen zou samenbrengen in wat tegenwoordig een nationale staat zou worden genoemd. … De koningen en profeten moesten gekozen worden uit hun eigen broeders. Bovendien stelt Mozes grenzen voor Israël en instrueert hij zijn volk om hun handen af te houden van het land van naburige koninkrijken. Door de hele Bijbel heen zien we dat het politieke streven van de profeten van Israël niet een imperium is, maar een vrije en verenigde natie die in gerechtigheid en vrede leeft te midden van andere vrije naties.

De Bijbel legt dus een nieuwe politieke opvatting op tafel: een staat van één enkele natie die verenigd is, zichzelf bestuurt en niet geïnteresseerd is in het onder zijn heerschappij brengen van zijn buren. Deze staat wordt niet geregeerd door buitenlanders die verantwoording verschuldigd zijn aan een heerser in een ver land, maar door koningen en gouverneurs, priesters en profeten uit de gelederen van de natie zelf – individuen die juist om deze reden worden verondersteld beter in staat te zijn om in contact te blijven met de behoeften van hun eigen volk, hun ‘broeders, ” inclusief de minder bedeelden onder hen.

Het is belangrijk op te merken dat de opvatting van de Israëlieten over de natie niets te maken heeft met biologie, of wat wij ras noemen. Voor bijbelse natiën hangt alles af van een gedeeld begrip van geschiedenis, taal en religie dat van ouders op kinderen wordt doorgegeven, maar waar ook buitenstaanders zich bij kunnen aansluiten.

Uit: The Virtue of Nationalism, pagina 13-14

Hoewel de voortekenen er altijd waren, misten commentatoren steevast de autocratische en tirannieke eigenschappen die deze leiders dreven. Hun harde taal, hun ogenschijnlijke daadkracht en hun durf om de regels te willen buigen om ‘het gedaan te krijgen’, het sleept niet zelden ook politiek commentatoren mee. De ophef die deze politici creëren verkoopt ‘het nieuws’ niet alleen (en brengt zodoende dus geld in het laatje), het brengt ook sensatie in het werk. Persoonlijke vooroordelen over problemen in de samenleving en de belofte van verandering en democratische vernieuwing kunnen ook een rol spelen. Kijk naar Nederland. Het zijn de radicaalrechtse partijen die zich mogen verzekeren van veel media-aandacht, waardoor de ene na de andere nieuwe partij ineens grote verkiezingswinsten behaalt. Andere kleine partijen die meer gematigd zijn, krijgen nauwelijks aandacht.

Het is de schuld van de media. En dat is echt zo.

De media maken deze leiders groot. Journalisten en commentatoren doen dat zonder gedegen analyse van die leiders en hun partijen. Zo wordt in Nederland de wereldwijde samenwerking tussen al die sterke leiders – die bijna allemaal in meer of minderen mate nationalistisch conservatief zijn – gebagatelliseerd of volledig over het hoofd gezien. Het is voor onze politiek commentatoren vooral een opwindend tijdperk met veel roering in het politieke en publieke debat. Gouden tijden voor commentatoren en opiniemakers ook. Zonder er ook maar een academisch onderzoek op na te slaan en het ideologische plaatje te overzien, promoten ze dergelijke politici en partijen als een belofte. Zo zijn de media de wegbereiders voor verandering.

Nergens waar deze sterke leiders aan de macht zijn gekomen hebben ze iets goeds gebracht. Lees The Age of the Strongman van Gideon Rachman. De voortekenen en de waarschuwingen waren er altijd al. Het blijken iedere keer weer, stuk voor stuk autoritaire leiders te zijn, met een sterke antiliberale inslag. In Nederland geldt dit zowel voor de PVV als voor VVD, NSC en BBB. De leiders van die partijen zijn ook zonder uitzondering autoritair, met tirannieke trekken. Ze gedijen op het zaaien van verdeeldheid, intimidatie van wetenschappers, columnisten en burgers. De wens om rechten van burgers te beperken ligt bij hen steeds vaker voor op de tong. Het welzijn van burgers en harmonieus samenleven, het bevorderen van debat en de bescherming van onze rechten, staat op geen van hun agenda’s. Van volproppen met pesticides tot het blokkeren van antidiscriminatiewetten, het is ongezondheid en ongelijkheid wat de klok slaat.

De opkomst van deze autoritaire leiders vormen een bedreiging voor de fundamentele waarden van vrijheid, democratie en mensenrechten. Het kan ernstige gevolgen hebben voor de stabiliteit, welvaart en vrede, zowel op nationaal als internationaal niveau. Een wereldwijde samenwerking tussen dit soort leiders zal niet direct welk tij dan ook keren, maar het zal veel schade berokkenen. Zowel binnen, als tussen naties. Dat doet het nu immers al.

Nederland gaat gaga

Nederland staat in dat rijtje van landen die ‘gaga’ gaan voor het nationalistisch conservatisme. Internationale commentatoren zien het gelukkig wel. Helaas is Nederland al zo erg naar binnen gericht, dat kennis van buiten – of zelfs van de eigen academici, niet doordringt tot de politieke redacties. Weet wat je doet. Deze beweging is antiliberaal, antiglobalistisch, vooral anti-moslim maar in bredere zin anti-migrant. Witte superioriteit staat voor velen van hen centraal in hun denken. Ze zijn nationalistisch, conservatief, autoritair. Zij staan niet voor vrede, maar voor een radicale kering van het tij. Iets wat volgens een van de belangrijkste denkers achter die ideologie zelf niet eens mogelijk is.

Het leidt tot haat, verdeling en bloedbaden wereldwijd. Je hoeft maar naar Oekraïne en Gaza te kijken om te zien wat de consequenties zijn. In Rusland noemen ze het Geschiedenispolitiek, in Israël Zionisme. De basis is hetzelfde. Geen internationale verantwoording meer hoeven afleggen, de natie bepaalt zelf hoe het oorlog voert. Het is doorvechten tot er een winnaar of verliezer is. Geen VN, geen NAVO, geen EU, geen internationaal recht meer, maar alle natiestaten voor zich en ieder zijn eigen God. Je hoeft geen Einstein te zijn om uit te kunnen rekenen dat dit uiteindelijk tot hevige en langdurige oorlogen gaat leiden, dat deed het altijd al. Binnen en buiten die natiestaten. Want wie bepaalt wat een natuurlijke orde of onderverdeling is? Tot waar precies moet de klok worden teruggedraaid? Dat zal allemaal opnieuw bevochten moeten worden. Niet met ouderwetse veldslagen, maar nu met moderne wapens.

We moeten naar de toekomst, niet naar het verleden

Denk goed na wat je doet voordat je gaga over radicaalrechts gaat. Alle geitenpaadjes worden door de formerende partijen al verkend, ze zijn allen antirechtstatelijk, antiliberaal en steeds meer antidemocratisch. Rechten worden al op grote schaal geschonden, ondanks die sterke democratie van ons. Iedere week kunnen we daar nog iets bij optellen: de roep om het demonstratierecht in te perken, discriminerende algoritmes, meer surveillance, de inzet van AI, gezichtsherkenning, meer bevoegdheid voor de veiligheidsdiensten. Overal worden zwarte dozen neergezet. De rechtsstaat raakt niet in gevaar, die is al ernstige schade toegebracht. Het gaat met een adembenemende snelheid.

Onze politiek commentatoren moeten die rode pet afzetten en afstemmen op een andere golflengte: die van de samenleving die nu eenmaal multicultureel is en zal blijven. NatCon is hier en is hier even absurd en destructief als in Amerika. Macron zei: ‘Wat ons land nodig heeft, is het herontdekken van een voorliefde voor de toekomst, in plaats van een morbide fascinatie voor een twijfelachtig verleden.’ Zo is het ook voor Nederland. En let vooral heel goed op de VVD. Die partij doet waar Hazony zo enthousiast van wordt. Met recht. Partijen als de VVD van Yeşilgöz zijn vele malen gevaarlijker dan de PVV.


Verwijzingen

[1] Gideon Rachman. The Age of The Strongman: How the Cult of the Leader Threatens Democracy around the World (pp. 151-152). Random House. Kindle Edition.

[2] Andy Beckett. I went to the NatCon conference expecting sinister exuberance. But all I found was doom and gloom. The Guardian. 19 mei 2023.

Deel op:
Ginny Mooy

Ik ben antropoloog en schrijfster van de romans De Wil om te Doden, Moordjongens en Ana. Als antropoloog heb me gespecialiseerd in de problematiek rond kindsoldaten (peace/conflict, social movements, propaganda, extreme geweldpleging, herintegratie postconflict). In Sierra Leone was ik betrokken bij de bestrijding van ebola. Momenteel doe ik onderzoek naar de invloed van gedrag op de coronapandemie.