Zo begon het vorig jaar, met een “wow”. En hoop. Hoop dat het Kabinet zich eindelijk écht zou bekommeren om de ‘kwetsbaren’, na 2 jaar isolatie. Dat gesprek kwam er, met de minister. Het was indrukwekkend. Althans, voor mij. Sommige aanwezigen deelden hun zeer persoonlijke verhalen, er vloeiden tranen, maar er was ook boosheid en frustratie. Minister Kuipers hoorde het aan en leek er toch even begrip voor te hebben: dat deze mensen door het gevoerde coronabeleid volledig in een isolement zijn geraakt, dat ze niet meer weten waar ze het moeten zoeken en constant moeten vechten tegen het onbegrip in de samenleving. Zij kunnen niet meedoen. Hun partners staan aan de zijlijn, hun kinderen hebben geen normale levens meer. Corona is een constante dreiging, 365 dagen per jaar. We spraken af verder te praten over het rapport om, zoals de minister in bovenstaande clip ook zegt, de “kwetsbaren zo goed mogelijk te beschermen”.
Maar de minister heeft duidelijk twee gezichten. Eén gezicht die beloftes doet en dat andere gezicht, dat die beloftes hetzelfde moment al verbreekt. De economie moest op de eerste plaats komen – alsof dat de hele crisis lang al niet het geval is geweest – corona werd een ‘ondernemersrisico’, de minister van Volksgezondheid gaf zijn verantwoordelijkheid over aan ‘de burger’. We moesten het zelf maar gaan doen. Blijven opletten rond ‘kwetsbaren’, maar voor de rest: alle remmen los. Ongebreideld consumeren, de hort op, de drukte weer in, de economie weer op volle toeren laten draaien. Wie kwetsbaar is, is dat altijd – aldus de minister – dus ze moeten zichzelf maar beschermen. Thuis. Tussen vier muren. En dat was dat.
We kregen gesprekken met topambtenaren van VWS, dat wel. Maar ieder gesprek was een teleurstelling. Rapport niet gelezen, er gebeurt heel veel (op papier), protocollen, proportionaliteit, beleidstafel, draagvlak, politieke werkelijkheid, allemaal ambtelijke oplossingen voor het grootste probleem: hoe houden ze ons koest? Meer is het niet. Een afvinklijstje zijn we geworden: we zijn in gesprek dus de minister betrekt ons bij het beleid, aan verplichting voldaan. Maar meer dan praatjes zijn het niet. Ik chargeer geen letter. Voor ouderen, medisch kwetsbaren en long covid patiënten gebeurt weinig tot niets. Het doet er niet toe. De media interesseert het nog nauwelijks, Kamerleden hebben het ook van hun lijstje gestreept, het OMT … ik weet niet eens meer wat ik daar op moet zeggen. Het gaat ook bij het OMT de hele crisis lang al om proportionaliteit, wat had ik anders verwacht? ‘Kwetsbaren zijn altijd kwetsbaar’, ‘hun dood hoort er nou eenmaal bij’. ‘Het mag wat kosten’. Ja, het mag wat kosten. Alleen geen geld. En geen moeite.
Lang heb ik me ingehouden, omdat ja, hoewel ik gewaarschuwd was voor de tactieken van dit Kabinet en de modus operandi van VWS om belangengroepen binnen te trekken met als enige reden hen de mond te snoeren, ik wilde het voor niemand verpesten. Stel dat er toch een millimeter ruimte was, stel dat we toch een ambtenaar met enig gevoel in zijn of haar donder zouden treffen, stel dat we toch medemenselijkheid tegen zouden komen bij VWS. Stel dat. Maar er is geen stel. Het interesseert helemaal niemand daar in Den Haag. Nederland draait door. Jammer dan dat vele honderdduizenden mensen niet écht mee kunnen doen, jammer dan dat de sterfte onder ouderen aanhoudend hoog blijft, jammer dan corona rond blijft waren onder demente ouderen in verpleeghuizen. Jammer. Heel jammer. Jammer ook van al die mensen die vreselijk ziek blijven van een milde COVID-infectie. Jammer van die kinderen die invaliderend ziek zijn geworden. Jammer ook dat geen hond meer naar je omkijkt, dat je geen normaal leven meer kunt leiden, dat je in de financiële problemen komt, dat Veilig Thuis zich met je gezin bemoeit omdat je groot risico loopt op ernstige gezondheidsproblemen door COVID.
Jammer ja. Of eigenlijk is het niet eens jammer, het doet er gewoon niet toe. Wie heeft het er nou nog over? Wie spreekt zich er nog over uit? De ombudsman? Die vindt het niet zijn taak. Het College voor de Rechten van de Mens? Die vindt wel dat het niet ok is, maar zal zich er verder ook niet hard voor maken. Kamerleden? Tuut tuut tuut. De media? Waar staan die berichten over de ongelofelijk onmenselijke en wrede houding die we als samenleving aannemen ten opzichte van onze allerkwetsbaarsten? Het gaat om mensen die eigenlijk niet goed voor zichzelf kunnen opkomen en daarom makkelijk uit de samenleving weggedrukt kunnen worden. Zij kunnen niet op het Malieveld om aandacht vragen. Sommigen begrijpen niet eens wat er allemaal voor hen wordt besloten. Anderen hebben de energie niet vanwege hun ziekte. Om maar te zwijgen over de mensen die door hun isolement depressief zijn geworden.
Een afvinklijstje. Van gesprekken met COVID-directieleden zijn we afgegleden naar gesprekken met ambtenaren van lagere echelons waar ze helemaal geen beslissingen kunnen nemen. Waar rapporten niet worden gelezen. Waar afwimpel en sus-gesprekjes worden gevoerd. Die protocollen en processen uitleggen en die er werkelijk geen idee hebben van wat zich rond de kwetsbare groepen afspeelt. Op papier is het prachtig. Oh, werkt dat niet zo in de praktijk? Heel waardevol om te horen hoor, geef die signalen door. Zal ik doen natuurlijk. Maar het zint me niets. De processen, de protocollen, de papieren werkelijkheid van het ministerie, maar vooral de onmenselijkheid komen me mijn oren uit.
Al die signalen van wat er allemaal misgaat voor de medisch kwetsbaren en long covid patiënten kan ik overigens prima samenvatten in één zin: ER GAAT HELEMAAL NIETS GOED. Lees verdomme dat plan. Luister. Vind een beetje menselijkheid in je hart. In Nederland zijn we allemaal gelijk. We hebben allemaal evenveel recht om mee te doen aan de samenleving. De minister heeft de verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid. Het boeit me helemaal niets welk draagvlak er allemaal wel of niet is om een simpel testje te doen of thuis te blijven bij klachten. Of om een mondkapje te dragen waar dat nodig is. Het zal me aan mijn reet roesten of een ziekenhuisbestuurder er geen zin in heeft om de veiligheid van de patiënten te beschermen. Niet interessant, dat het management van een verpleeghuis geen zin meer heeft om bewoners te testen op COVID. We willen allemaal zoveel dingen niet, maar we moeten het toch. Hele boekenreeksen vol met wetten en regels omdat we zoveel dingen uit onszelf niet zouden doen of laten. Hou toch op met dat smoesje. Als er geen draagvlak is, dan maak je die maar.
De volksgezondheid is de verantwoordelijkheid van de minister. Het recht op volwaardige deelname aan de samenleving is een verantwoordelijkheid van Kabinet en Kamer. Van alle instituten en organen die daarover mee mogen beslissen. Van iedereen die enige invloed heeft op beleid. Maar niemand trekt zijn mond erover open. Hoe makkelijk een hele grote groep burgers vanwege hun lichamelijke gesteldheid buiten de samenleving wordt gezet is huiveringwekkend. Hoe onverschillig dat bijna dit hele land laat… het is onmenselijk. Van ons allemaal. Mensen met een kwetsbare gezondheid voor COVID zitten grotendeels nog in isolement. Nu al drie jaar. Mensen met long covid zijn bij hen in dat schuitje gestapt. Vele honderdduizenden. Mensen. Mensen met voorheen een leven. Mensen met kinderen, met ouders, met grootouders. Mensen met behoeften en gevoelens. Mensen die het leven net zo waard zijn als ieder ander. Al zou er maar één topambtenaar zijn die bijvoorbeeld ons plan leest, of écht naar de patiëntengroepen luistert en hun lot serieus neemt. Al zou er maar één mens zitten daar bij VWS. Eén. Of misschien zit er nog een mens in de Kamer die zich verantwoordelijk voelt. Of bij een krant. Bij een van de vele, vele instituten die zich uit kunnen spreken over overheidsbeleid. Bij zo’n gesubsidieerde patiëntenclub. Iemand. Maar eerlijk gezegd is het zoeken naar die iemand met invloed die ziet dat de ‘kwetsbaren’ dringend bescherming behoeven. Tegen beleid dat hen buiten de samenleving zet. Tegen de minister van Volksgezondheid. Tegen ambtenaren die niet eens inzien dat hun onmenselijkheid buiten alle proporties is geraakt.
Normaal gesproken rammel ik een stuk van ruim 2.000 woorden er binnen een uurtje uit. Maar dit stuk wil maar niet uit mijn vingers wil rollen. Ik zoek een rustige inleiding, omdat ik ergens wel weet dat je hele moeilijke dingen niet zo plompverloren op tafel moet gooien. Eerst wat feiten, de situatie duiden, rustig opbouwen en dan ergens in het midden van het stuk opbouwen naar de pijn. Tegelijkertijd weet ik dat het niet zoveel uitmaakt hoe je het zegt, het wil toch niet landen. Onze bestuurlijke elite zegt het al veel langer in van die mooi opgebouwde teksten: ‘We moeten de moeilijke gesprekken met elkaar gaan voeren’. Maar het gebeurt niet.
We zien het gebeuren, we weten waar we naartoe gaan, maar we zwijgen en doen alsof het niet bestaat. Dus moet je hier eigenlijk wel op een verzachtende manier over praten? Dringt dan de ernst wel door? Plompverloren dan toch maar: De pandemie is niet over. Mensen worden ziek. Langdurig. Invaliderend. Met échte pijn. Afgezonderd in een donkere kamer. Of op jonge leeftijd achter een rollator. Kijk eens om je heen in het straatbeeld: Er lopen veel minder ouderen. Jong en oud met extra groot risico op ernstige ziekte zit thuis, alweer of nog steeds. En die grote gapende kloof in ons midden? Daar liggen de mensen die dood mochten. Bijna 50.000 mensen. Dood.
Het ís tijd om die moeilijke gesprekken met elkaar te voeren. Ongemakkelijk. Toegeven dat we bezig waren ‘de economie’ te redden en niet elkaar. Maar dat deden we. En we zijn dat blijkbaar zo normaal gaan vinden dat we, zelfs nu blijkt dat de grootste winnaar van de pandemie in Nederland ‘de economie’ is, niet meer kunnen stoppen met mensenlevens offeren. Want dat is wat het betekent als we nu alles loslaten. Er is geen groepsimmuniteit. Er is slechts individuele, kortstondige immuniteit. De vaccins helpen méér individuen weerstand te bieden tegen ernstige ziekte, waardoor de ziekenhuizen niet meer zo makkelijk zullen overstromen, maar niet alle. En bij lange na nog niet genoeg. De gezondheidsschade blijft oplopen.
Wie niet acuut ernstig ziek wordt loopt het risico op allerlei gezondheidsschade: Variërend van achteruitgang van al bestaande gezondheidsklachten, tot invaliderend long covid. Daar beschermt die immuniteit niet tegen, want long covid blijkt gewoon een tombola, ook al ben je gevaccineerd. En individuele immuniteit biedt ook geen beschermend muurtje voor mensen die zelf die immuniteit niet opbouwen. Jouw besmetting eindigt niet bij jezelf, tenzij je in quarantaine of isolatie gaat. Doe je dat niet, dan geef je het door. In de keten van besmettingen die jij op gang brengt, zitten naast mensen die de ziekte wel aankunnen, ook gewoon de dood. Onherroepelijk. De oma van je vriendin, de vriend met astma van een kennis van een kennis in Groningen, de nicht van een vriendin van je collega in Kamperland, de pasgeboren zoon van een kennis van een vriend van een vriendin van een kennis in Indonesië. Want het stopt niet omdat jijzelf weer beter wordt. Dat je de schade niet met eigen ogen ziet, wil niet zeggen dat het er niet is. Het virus komt ten einde tussen de muren van je huis, of het eindigt in de dood. Hier zie je dat in een kille grafiek: Bijna 6,9 miljoen mensen dood. In drie jaar tijd. Volgens de officiële tellingen. In werkelijkheid zijn het er nog veel meer.
We kunnen doen alsof de pandemie voorbij is en stilzwijgend accepteren dat we heel veel mensen ziek of dood maken. We kunnen doen alsof we geloven dat corona maar een griepje is en we niet zien hoeveel schade we aanrichten. We kunnen doen alsof het onvermijdelijk is dat die mensen doodgaan. We kunnen doen alsof we geen andere keuze hebben, want “we kunnen niet eeuwig in lockdown”. Ik niet. We doen wat we doen omdat het goedkoper is, niets meer en niets minder. Er is geen enkele goede reden om niet meer te testen, zorgmedewerkers en bezoekers geen goed beschermend mondneusmasker te laten dragen, de binnenlucht te verbeteren, massaal thuis te werken waar dat kan, thuis te blijven als je luchtwegklachten hebt en je te testen als je met corona in aanraking bent geweest. Verstrek die zelftesten gratis. Zet die luchtfilters godbetert in ieder klaslokaal, want zijn we helemaal gek geworden om die kinderen te dwingen naar gebouwen te sturen waar echt (te)velen van hen long covid oplopen? Wat is er in godsnaam mis met ons? Ga mensenlevens redden. En als onze overheid dat niet doet, laten we dan zelf het goede voorbeeld gaan geven.
De tijd van op de rug rollen en overgeven aan het noodlot is wel voorbij. Het is zo’n beetje nu of nooit. Weet je nog toen we zo massaal over Marianne Zwagerman met haar dor hout heen rolden? Nou, in die fase zijn we beland. Met open ogen. We maken mensen ziek en dood omdat het een paar centen scheelt. Om dat te voorkomen hoeven we helemaal niet in lockdown. Weten we best wel. Hou daar toch eens mee op. Hou je corona gewoon thuis. Beter een paar dagen in quarantaine, dan meerdere keren per jaar ziek in bed. Beter een paar dagen goed uitzieken, dan levenslang long covid. Ga mensenlevens redden. Corona is er nog. En stuur een briefje aan minister Kuipers. Waar blijven de antivirale middelen, de mondneusmaskers voor de zorg, de investeringen in een nieuw vaccin die ook transmissie stopt? Waar blijven de schone klaslokalen voor de kinderen? Er is geen groepsimmuniteit. Er is geen beschermend muurtje. We doen survival of the fittest. Niet eens noodgedwongen. We kunnen echt nog veel doen om gezondheid en levens te redden en het kost niet eens zo heel erg veel. Een verandering van mentaliteit vooral, als je het mij vraagt. De economie is gezond. Nu wij nog.
Het coronabeleid reduceert levenslustige mensen tot tweederangsburgers; een ‘number to treat’. Terwijl ze vóór de pandemie gewoon een leven hadden, zijn velen van hen nu al lange tijd geïsoleerd van de samenleving. Hun verhoogde risico op een ernstige ziekte door corona maakt hen kwetsbaar: voor de onwil van beleidsmakers om rekening met dat risico te houden.
Annelies schreef een open brief aan minister Ernst Kuipers van VWS.
Beste minister Ernst Kuipers,
Afgelopen woensdag heeft u mij ontmoet en zaten wij samen in het gesprek i.v.m. ons alternatieve lange termijnplan ‘Uit isolatie, samenleven ondanks corona.’ Helaas, door tijdgebrek heb ik niet kunnen zeggen wat ik namens zoveel mensen tegen u had willen zeggen. Dus bij deze.
Ik zal mij voorstellen: in de eerste plaats ben ik Annelies, een vrouw van 52 in de bloei van mijn leven! Getrouwd met Raymond, hij is 53 jaar en samen hebben we een zoon van 14 jaar, een heerlijke puber. Vóór Corona zong ik en speelde ik met mijn band voor publiek, we repeteerden elke week in zo’n, nu gezien, heerlijke kleine bedompte oefenruimte. Ik deed graag aan Drakenboot peddelen, samen met ongeveer 22 mensen keihard strijden om de snelste te zijn en ik ben een enorm gezelschapsmens die voor anderen klaarstaat, dus ik was ook vaak onder mensen te vinden.
Sinds de pandemie ben ik nog steeds die vrouw, precies dezelfde sterke vrouw, maar voor de buitenwereld en voor u ben ik ineens die kwetsbare waar de kwetsbaarheid niet meer uit gehaald kan worden. Volgens uw woorden ‘voel’ ik mij kwetsbaar! Of zoals u laatst bij Eén Vandaag zei: Ik begrijp heel goed dat mensen met een kwetsbare gezondheid ‘bang’ zijn om besmet te raken, maar die verhoogde ‘gevoeligheid’ kan ik niet wegnemen.’
Deze ongetwijfeld zorgvuldig door u gekozen woorden zorgen er keer op keer weer voor dat wij neergezet worden als angsthazen. Alsof wij alleen de angst hebben dat ons wat ergs kan overkomen door Corona. Iets waar vervolgens een behoorlijk deel van de ‘samen’leving ons dan ook een draai mee om onze oren geeft als wij weer eens met een FFP2 over straat lopen. ‘Daar heb je weer twee van die randdebielen’, zoals een man laatst tegen een klein jongetje, die hij aan de hand mee nam, zei toen mijn man en zoon langsliepen. Of al die bewust door mensen geplande hoest en proest geluiden onze richting op. Of i.p.v. ons de ruimte te geven, echt heel bewust onze kant op komen lopen met zo’n blik van ‘even kijken wat jullie nu gaan doen’.
In 2007 heb ik, zoals u al weet uit het artikel van het Nederlands Dagblad, waar in de Tweede Kamer vele vragen aan u over werden gesteld, een nier van mijn man gekregen. Het gaat sindsdien heel goed. Ik voel mij geen patiënt meer. Ik hoef sinds die tijd ook niet meer dagelijks aan de dialyse. Vanaf de transplantatie heb ik mij ook nooit kwetsbaar gevoeld eigenlijk. Ben ook niet echt kwetsbaar geweest eerlijk gezegd. Mijn nefroloog heeft dit toen ook nooit zo besproken. Ik moest gewoon altijd op de dingen letten waar zwangere vrouwen ook op moeten letten, bijvoorbeeld wat voeding betreft. Niks uitzonderlijks dus wat dat betreft. Een verkoudheid van iemand anders ging ik ook niet uit de weg. Ik gaf diegene alleen geen drie zoenen dan. Als iemand echt behoorlijk de griep te pakken had, dan ging ik niet langs, maar dat was ook altijd algemeen bekend onder familie en vrienden. Sterker nog, niemand had zin in de griep, dus dit telde voor ieder ander persoon net zo. Ik krijg elk jaar ook nog eens de griepprik en als ik toch echt behoorlijk ziek zou worden van de griep, wat niet is gebeurd, dan waren er altijd (en nog steeds) middelen om mij te helpen opknappen.
Toen kwam corona. Door corona loop ik ook echt meer risico om ernstig ziek te worden. Om de nier van mijn man in mijn lichaam te behouden moet mijn immuunsysteem, op een kunstmatige manier, wat verlaagd worden, zodat mijn immuunsysteem niet als een gek gaat vechten tegen dit voor mijn lichaamsvreemde orgaan. Slim bedacht door de mensen van de wetenschap, want op deze manier is orgaantransplantatie mogelijk gemaakt. En zegt u nou eens eerlijk: iedereen zou toch een donororgaan willen als het leven van die persoon daar kwalitatief beter van wordt. Daarom ben je echt geen minder mens, maar dat hoef ik u als arts niet te vertellen natuurlijk.
Helaas is na vaccinatie gebleken dat door het verlagen van mijn immuunsysteem de corona vaccinaties ook niet goed hun werk konden doen. Mijn lichaam maakt door het verlaagde immuunsysteem niet zoveel antistoffen aan tegen corona, zoals dat bij een mens zonder immuun onderdrukkers zou moeten gebeuren. Er is zelfs nog een groep mensen, die in precies hetzelfde schuitje zitten qua medicijnen, die 0 antistoffen tegen corona hebben opgebouwd door hun immuun onderdrukkers.
Mensen zoals ik ZIJN nu kwetsbaar voor corona inderdaad. Wij willen geen Corona, want dat kan betekenen dat onze gezondheid juist weer achteruit gaat, terwijl het NU juist goed gaat. Eigenlijk zou niemand corona moeten willen krijgen, want over Long Covid is ook nog steeds niet alles duidelijk. Dit raakt zelfs ook de aller gezondste mensen, dus wat dat betreft zijn we allemaal kwetsbaar.
Over het woord ‘kwetsbaar’ gesproken, ik vind eigenlijk dat het niet de lading dekt. In het van Dale woordenboek staat bij ‘kwetsbaar’:
vatbaar voor verwonding of ander onheil.
erg gevoelig. Door continu het woord ‘kwetsbaar’ te gebruiken geeft u de ‘samen’leving de suggestie dat het probleem bij onszelf ligt, tussen de oren dus, maar dat is niet waar. Dus vanaf nu stel ik voor dat het woord ‘kwetsbaar’ weglaat en dit vervangt door het woord ‘risico’. Van Dale: ‘risico’:
gevaar van schade of verlies
Ik ga even weer terug naar uw zin: ‘Je haalt de kwetsbaarheid niet uit de kwetsbaren.’ Je haalt inderdaad het risico om ernstig ziek te worden niet uit ons voor wat betreft corona, maar er zijn zoveel mogelijkheden om ons wel te beschermen tegen corona. Dat u het risico niet uit ons kunt halen geeft u niet het recht om vervolgens ons die nodige bescherming niet te geven.
Ten eerste het mondkapjes gebruik in drukke binnenruimtes. Dit is een laagdrempelig iets waarvan u en ik weten dat het echt werkt. Genoeg wetenschappelijke onderzoeken hebben dit aangetoond. En op 29 september 2020 heeft u zelf tijdens een interview in Op1 gezegd: ‘Er zitten allemaal maatregelen tussenin en mondkapjes is er één van. De discussie van ‘het werkt niet’ is onzin. Het werkt wel degelijk.’
Ten tweede zijn er middelen die ons preventief kunnen beschermen zoals Evusheld. Per half jaar krijgen de mensen met 0 of weinig antistoffen de kantenklare antistoffen tegen corona via twee injecties. Ook zijn er medicijnen die ons kunnen beschermen tegen een ernstig verloop van de ziekte als we corona krijgen, zoals Paxlovid. Pillen die ons in de eerste 5 dagen na besmetting gegeven moeten worden.
Evusheld is nu in Nederland beschikbaar, maar de SWAB heeft voor het preventieve gebruik, waar Evusheld voor bedoeld is, een negatief advies afgegeven. Er is te weinig, maar dat had u heel anders kunnen aanpakken hebben wij begrepen van Liane den Haan en Astra Zenica en dat is nog steeds mogelijk.En het zou niet werken tegen BA4 en BA5, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat het ‘slechts iets minder effectief’ is oftewel nog behoorlijk effectief. Over Paxlovid bent u naar eigen zeggen nog in onderhandeling sinds januari, maar inmiddels heeft de SWAB zelfs daarover al een negatief advies uitgesproken. Het zijn slechts richtlijnen, maar de toon is gezet.
Dus ook deze middelen die ons kunnen beschermen en in veel landen om ons heen in ruime mate aan mensen in de risicogroep gegeven worden, zijn geen mogelijkheid voor ons blijkbaar! In Nederland zijn we een Number To Treat, terwijl in Duitsland alles gedaan wordt om de risicogroep en zelfs de hele bevolking te helpen!
Tot slot wil ik deze open brief eindigen met een aantal vragen.
Mijn vragen aan u zijn:
Waarom bent u niet actief bezig om de hele samenleving te beschermen tegen corona. Iedereen loopt risico op Long Covid of ernstige aandoeningen na één of meerdere besmettingen.
Waarom blijft u de bovengenoemde bewoordingen gebruiken om de mensen met risico weg te zetten alsof het bij hen tussen de oren zit en alsof er niet voor ons gedaan kan worden om ook deel te kunnen nemen aan de maatschappij.
Waarom worden de FFP2 mondkapjes en de middelen Evusheld en Paxlovid in Duitsland en andere landen wel succesvol gebruikt en laat men deze hier links liggen?
Mijn man en mijn zoon leven al 2,5 jaar samen met mij in de pauzestand om mij te beschermen. De hierboven genoemde beschermingsmiddelen, zoals de mondkapjes in binnenruimtes, Evusheld/Paxlovid zouden ook voor hen een weg uit isolatie zijn en een weg voor mijn zoon om weer onbezorgd af te spreken met vrienden, een balletje te trappen of simpelweg verliefd te kunnen worden. Ik ben niet kwetsbaar, ik ben kwetsbaar gemaakt!
Vriendelijke groeten, Annelies Hilgersom. Ook wel bekend van #VergeetOnsNietErnst. @bandlies op Twitter
Terwijl afgelopen maandag experts de Tweede Kamer hun adviezen gaven voor een optimaal coronabeleid, nodigde minister Kuipers elders in hetzelfde gebouw via de media juist de bevolking uit om met eigen plannen voor de volksgezondheid te komen. De coronacrisis is voorbij, we zullen moeten leren leven met het virus, zo luidt zijn boodschap. Burgers en sectoren zijn aan zet, vindt de minister. Later legde hij in het praatprogramma Op1 uit tot dit besluit te zijn gekomen omdat “verschillende groepen mensen hebben gevraagd om minder maatregelen en zelf de mogelijkheid te willen om op hun eigen situatie maatregelen te nemen”. Wie zijn die groepen mensen dan, vraag je je af. Nou, een roeivereniging van studenten bijvoorbeeld, en kappers. Allemaal groepen mensen die hebben aangegeven “zelf wel te weten hoe het moet” en dus gaan we het zo doen.
Niet om flauw te doen, natuurlijk moeten we manieren vinden om met het virus te leven. Het is enorm te waarderen dat die groepen mensen nadenken over wat zij zelf kunnen doen. Maar wat gaan zij eigenlijk doen, in welke situatie en wiens belang dient het? Hun eigen belang? Dat van de samenleving? De volksgezondheid? Of dienen ze vooral de bewegingsvrijheid van het virus zelf? Weten ze zelf wel waar ze naartoe werken, want voorlopig heeft de minister niet veel méér visie dan slechts de leuze ‘leven mét het virus’. En dat is voor velerlei interpretatie vatbaar. Je kunt ervoor kiezen het virus zijn gang te laten gaan en alle gezondheids- en nevenschade zondermeer te accepteren. Je kunt er ook voor kiezen de verspreiding van het virus te minimaliseren, zodat er zo min mogelijk schade ontstaat. En hoe doe je dat? Met dwingende maatregelen? Door sociale normen te vestigen? Een combinatie van beide? Welke mogelijkheden hebben we dan tot onze beschikking? Welke kernwaarden moeten we in acht nemen? Kunnen we elkaar onbeperkt laten doodvallen? Of moet dat allemaal vorm krijgen in onze onderlinge strijd om onze eigen belangen?
Terug naar normaal
Als de crisis inderdaad voorbij is, kunnen – nee, moeten – we ‘terug naar normaal’. Maar dan ook echt. In het ‘oude normaal’ hadden we al heel wat kernwaarden geformuleerd en grondwettelijk vastgelegd. Voor de minister geldt dan ook weer een normale werksituatie waarbij zijn beleid ál onze grondwettelijke rechten dient en garandeert. Het recht op volksgezondheid, toegang tot goede zorg én gelijke rechten op deelname aan de samenleving, met min of meer evenredige risico’s voor de gezondheid. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) maakte bij de Rondetafelgesprekken in de Tweede Kamer nog maar eens duidelijk: De verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid ligt bij de minister. Het College voor de Rechten van de Mens was nog veel explicieter: het is geen optie om de virusverspreiding niet terug te dringen.
Nu is mijn vraag aan de minister: Hoe gaan we terug naar onze normale rechten? In het lange termijnplan is niet eens een duidelijk doel geformuleerd. De strategie is aan de sectoren. Middelen tot onze beschikking? Onbekend. Kan ik als individu bijvoorbeeld bij de minister een voorlichtingscampagne bestellen om de testbereidheid te vergroten? Kan een winkeliersvereniging op bestelling een mondkapjesplicht in hun winkelgebied krijgen van de burgemeester? Kunnen scholen de rekening van gratis zelftests voor scholieren rechtstreeks naar het ministerie laten sturen? Zorgmedewerkers die willen dat zijzelf en hun patiënten FFP2-maskers dragen, kunnen die dat onbeperkt declareren? Kan de buschauffeur die zichzelf wil beschermen passagiers weigeren die geen mondkapje willen dragen, als daar geen richtlijn voor is? Natuurlijk niet. Er zitten duidelijk voorwaarden en grenzen aan wat wij zelf mogen bepalen en regelen. Die voorwaarden en grenzen, die staan dan weer nergens op papier.
Addertje onder het gras
Stiekem houdt de minister dus toch gewoon stevig de touwtjes in handen en daar zit het vreselijk nare addertje onder het gras. Het líjkt nu wel alsof we zelf de verantwoordelijkheid over de volksgezondheid in handen krijgen, maar de minister bepaalt wanneer hij wel en niet handelt en welke middelen hij ter beschikking stelt. Op onvoorspelbare gronden, of op onvoorspelbare momenten. Samen met het RIVM bepaalt minister Kuipers welke adviezen of richtlijnen we krijgen en welke mogelijkheden er zijn om onszelf en elkaar te beschermen. En wie bepaalt eigenlijk welke lobbyclub bij de minister aan tafel komt? Een roeiclub bleek succes te hebben, terwijl de groep medisch kwetsbaren verenigd onder ‘#VergeetOnsNietErnst’ al maanden tevergeefs probeert om met de minister in gesprek te komen. Zo is het niet eens meer het recht van de sterkste, of van diegenen met de grootste mond. We zijn blijkbaar afhankelijk geworden van de persoonlijke willekeur van de minister.
Het jachtseizoen om de gunsten van de minister is geopend. Het uitruilen van vrijheden kan weer beginnen. Maar opgepast, beste lobbyisten. Moet je onderneming uiteindelijk toch de deuren sluiten omdat IC’s overstromen? Ondernemersrisico. Eigen schuld. Geen overheidssteun. Want tja, wij wisten toch zo goed hoe het moest?
Vorige week zat ik aan tafel bij het praatprogramma Op1. Ik zou er komen praten over het belang van preventie, de verkeerde keuzes die we maken en de invloed van onze mentaliteit en ons gedrag op de pandemie. Dat virus doet uit zichzelf helemaal niets, dat zouden we inmiddels moeten begrijpen. Het gaat ook niet uit zichzelf weer weg. Wij zorgen ervoor dat het van mens tot mens overgedragen wordt en hoe meer we dat toestaan, hoe groter de kans op varianten die ons dagelijks leven overhoop halen.
Pandemiemoe
Iedere golf weer denken we: dit is de laatste. En iedere golf weer raken we – precies als dat virus vaart krijgt – pandemiemoe en moet alles open. Logisch, ergens, want als de verspreiding in versnelling komt, worden er meer maatregelen genomen en ligt het leven weer stil. Dat daar verzet tegen komt is ja, logisch. Want hoewel de gezondheidsschade van SARS-CoV-2 enorm is, krijgen de meeste mensen nou eenmaal niet te maken met ernstige ziekte. Wel ervaren we allemaal de last van de maatregelen en dus staan ze telkens ter discussie. De media volgen die lijn. Dat is wat in de maatschappij leeft, dat is dan ook waar we het over hebben. We kijken naar de landen om ons heen. Waar gaat het goed? Waar hebben ze minder maatregelen? Zie je wel, dáár kan het gewoon, dus moet nu alles open.
Willekeur
Het is een beetje willekeurig waar we die voorbeelden vandaan halen. Gewoon, zoals het uitkomt. De ene keer is het Zweden, dan Denemarken, dan weer het Verenigd Koninkrijk. Als ze maar minder maatregelen hebben, dan is het ons voorbeeld. En die voorbeelden houden we oppervlakkig: dáár in Denemarken is geen lockdown, dus kan bij ons alles open. Dáár in het Verenigd Koninkrijk laten ze alles los en dat gaat goed, dus dat is ons voorbeeld. We kijken niet naar alle andere maatregelen en voorzorg die ze wel hebben, hoe mensen zich daar gedragen, of de bevolkingen van die landen óók vinden dat het zo goed gaat allemaal en welke prijs ze betalen voor het gevoerde beleid. Dáár is het open, dus wij moeten ook open, punt.
Het hele plaatje
Laten we er een voorbeeld uit pikken: In Denemarken werd versoepeld, maar tegelijkertijd namen ze andere voorzorgsmaatregelen. Voortvarend testen op scholen bijvoorbeeld. Ze hebben sowieso een andere – veel uitgebreidere – testcultuur dan wij en dat scheelt wel een hele hoop op het gedrag. Als mensen weten dat ze besmettelijk zijn, zijn ze toch eerder geneigd thuis te blijven. En het scheelt ook als er een testlocatie om de hoek is en je de uitslag snel krijgt, om de stap te zetten om je überhaupt te laten testen. Het zijn geen details. Het bepaalt in grote mate hoe mensen zich gedragen en dus hoeveel ruimte het virus krijgt om van mens op mens overgedragen te worden. Het bepaalt voor een heel groot deel het verloop van de verspreiding.
Op zoek naar een gidsland
Een ander voorbeeld: Het Verenigd Koninkrijk. Dat moet ons gidsland worden, want daar laten ze alle maatregelen los en het gaat goed! Oppervlakkig bezien dan. Want vinden ze in dat land zelf ook dat het goed gaat? Niet bepaald. In de zorg zijn grote problemen ontstaan en onder de bevolking is veel onvrede. The British Medical Association sprak zich fel uit tegen het beleid van Johnson. Vele honderden mensen reageerden op social media dat Johnson hiermee eigenlijk alleen maar zijn eigen politieke positie probeert te redden, nu hij onder vuur ligt vanwege zijn aanwezigheid bij feestjes tijdens lockdowns.
Chaos
Er is altijd meer dan we met onze oppervlakkige blik zien. Welke politieke keuzes worden er gemaakt en met welke motieven, hoe is het gedrag van de bevolking, hoe groot was en is de druk op de zorg in een bepaald land, welke voorzorgsmaatregelen treffen ze op plekken waar het virus zich makkelijk verspreidt, hoe goed hebben ze het virus in beeld, wat doen ze aan voorlichting en hoezeer wordt het mensen mogelijk gemaakt zich aan de basisvoorzorg te houden? Het is allemaal niet zo makkelijk te vertalen naar onze eigen situatie. Helemaal niet, eigenlijk. Als je wil weten hoe de vork echt in de steel zit, moet je hele dagen ontzettend veel coronanieuws volgen. Dat doet bijna niemand. We zijn massaal pandemiemoe. Ook onze media. En die diepen de situatie dan ook steeds minder uit. De waan van de dag neemt ons weer steeds meer over. Ook logisch. Maar het maakt de situatie wel steeds moeilijker om te dragen. Tel daar campagnevoerende artsen bij op die ons komen vertellen dat we covidpatiënten dood moeten laten gaan, burgemeesters die zich aansluiten bij protestacties en al die hele dringende belangen die er in de samenleving zijn en de chaos is compleet.
Belangen
Dat wilde ik vertellen bij Op1. Ik maakte een begin. Maar het gesprek ging alle kanten op. Alle begrijpelijke kanten. Want er zaten mensen met belangen. Met nood. Met hun eigen zorgen. En daar zou ik dan doorheen denderen met ontnuchterende boodschappen over hoe de pandemie niet voorbij is. Dat als we blijven verspreiden, we de pandemie in stand houden. Dat we ook niets wíllen om verspreiding te voorkomen. Niet eens de minst ingrijpende dingen, zoals het dragen van een mondkapje en testen. Dat we daar niet in investeren. Dat we er iedere keer weer vanuit gaan dat dit de laatste golf is en we ons nergens op voorbereiden. De overheid niet, wij zelf ook niet. Klopt allemaal nog steeds, volgens mijzelf. Maar in die setting, met de mensen die daar zaten om over hun eigen problemen te praten, voelde het zo volkomen misplaatst om dat te zeggen, dat ik mijn mond hield.
Het zat me dwars, na afloop. Was ik gewoon te bescheiden geweest? Had ik moeten interrumperen en meer aandacht voor míjn verhaal moeten vragen? Was ik gewoon niet zo’n sterke gast of zat er iets niet goed aan mijn eigen interpretaties? Achteraf bezien: nee, daar had het niets mee te maken. Ik wil het leed van anderen niet bagatelliseren of ontkennen. Punt is, ik begrijp het. Als je zelf weinig risico loopt op ernstige ziekte, wegen andere belangen gewoon zwaarder. En sommige mensen zitten in zwaar weer momenteel.
Iedereen heeft recht van spreken
Eigenlijk begrijp ik iedereen die de last van de pandemie niet meer kan dragen. En ook dat iedereen recht van spreken heeft. Dat de maatregelen knellen, begrijp ik. Ik begrijp dat mensen hele echte financiële belangen hebben en dat financiële problemen even reëel en heftig (kunnen) zijn als het risico op ernstig covid of long covid. Maar ook dat mensen behoefte hebben aan de ‘kleine dingen’. Gewoon, je vrij kunnen bewegen en doen waar je zin in hebt. Of samen zijn met andere mensen. Onze sociale behoeften maken ons mens. Om dat jarenlang ‘uit te zetten’, past niet bij onze natuur. Dat geldt voor iedereen. Ook voor mensen die meer risico lopen op ernstig covid. Ook zij hebben al die andere belangen en behoeften, naast een reëel gezondheidsrisico. Dat kunnen ze niet eens meer zeggen. Zij strijden om hun gezondheid te mogen beschermen, waar de artiest strijdt voor het overleven van zijn sector en de horecaondernemer voor het voortbestaan van zijn zaak en niet weggezogen te worden in enorme schulden.
Lobbyen
Dus daar zat ik, aan die tafel en ging dit door mijn hoofd. Ik had van alles willen zeggen, maar eigenlijk viel er niets te zeggen. Het ging over belangen. Het ene belang boven het andere plaatsen. Als ik mijn eigen uitingen in de media in de afgelopen twee jaar doorneem, kom ik daar zelf even ongenuanceerd uit naar voren als ieder ander. Met zoveel gasten aan tafel en maar beperkte tijd om dingen te kunnen bespreken, kan je ook bijna niet anders. Dus wordt je verhaal automatisch een pleidooi voor het een of ander en dat is wel de laatste positie waarin ik me wilde bevinden. Ik besloot dat ik daarmee moest breken. Het is wat de pandemie in stand houdt, dat weet ik. Het ene belang boven het andere stellen. Het uitruilen van vrijheden. En daarom zat ik met mijn mond vol tanden. Achteraf vind ik: ik deed het juiste. We hebben een overheid die het lobbyen aanmoedigt en dus is het lobbyen wat we doen. Wie ben ik, om andere mensen hun vijf minuten om te kúnnen lobbyen te ontnemen?
De pandemie is voorbij
In Nederland is nu vrijwel iedereen er wel van overtuigd dat de pandemie afgelopen is. Het hele wrange is, dat we dat in de afgelopen twee jaar al drie keer eerder dachten. Steeds loopt het uit op een teleurstelling en zeggen we achteraf: dit hadden we kunnen weten. We hadden ernaar moeten handelen. Maar niemand doet het. Het lijkt er voorlopig overigens niet op dat de pandemie na omikron afgelopen is, waarschuwt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog altijd. Alle waarschuwingen glijden langs ons heen. Omikron is ‘zo mild’, dat nu bijna iedereen wel vindt dat het losgelaten kan worden op de samenleving. Mét het risico dat op die manier weer nieuwe varianten ontstaan. En hoe dat dan weer zal gaan? Dat weet niemand.
Hoop
Het is afwachten wanneer er weer een nieuwe variant komt en hoeveel schade dat virus zelf kan aanrichten aan de gezondheid. Het kan meevallen, het kan tegenvallen. We zouden ons allemaal moeten voorbereiden op wat nog zou kúnnen komen, de worst case scenarios. Nu een keer wel. We doen het beter voor niets, dan ons weer te laten overspoelen door een nieuwe golf. Maar we zitten vast in onze eigen belangen van nú, op dit moment. We overzien niet eens meer dat we bij een volgende golf ook nog belangen hebben. Het hier en nu knelt. De overheid biedt geen houvast. Het coronabeleid schiet alle kanten op. Niemand heeft de regie. Er is geen plan. En dus is onze enige hoop dat de pandemie zomaar vanzelf eindigt. Ook dat begrijp ik. Dus wie ben ik, om andere mensen die hoop te ontnemen? Daarom was ik stil. Uit respect, maar ook uit onvermogen. Ik heb namelijk ook geen oplossing.
De instroom in de ziekenhuizen lijkt over de piek heen. Het dreigende code zwart is ternauwernood afgewend. Ondanks alle tegensputteren van de IC’s werd gisteren verder opgeschaald naar 1.250 bedden. Om dat te realiseren moet de (acute) planbare zorg worden afgeschaald. Volgens IC-baas Peter van der Voort van het UMC Groningen, wordt er al geselecteerd aan de poort en ís het daarmee feitelijk al code zwart. Ook de huisartsen ramden op de noodknop: bij hen is het allang code zwart.
Er zit een verschil tussen het medische- en het politieke code zwart, blijkbaar. Een politiek handigheidje. Maar het kan de feiten niet wegpoetsen: De overheid is niet in staat te waarborgen dat iedereen in geval van ziekte de juiste geneeskundige bijstand en verzorging krijgt. En dat is wel een juridische plicht. Nood breekt wetten. De vraag is wel: is dit wel ‘nood’ te noemen, of de uitkomst van inadequaat beleid?
Alles wordt uitgeplaatst naar verpleeghuizen en thuismonotorring projecten. Tijdelijke stagnatie in opnames.
Wat gaat het kabinet doen om afschalen van zorg voortaan te voorkomen? Is het, met alle kennis en hulpmiddelen die we tot onze beschikking hebben, acceptabel om reguliere zorg weer af te moeten schalen? Naar verwachting gaat de pandemie nog jaren duren. Gaan we dat bij elke volgende golf doen? Welk effect heeft dat op de algehele volksgezondheid?
In het Internationale Verdrag inzake de economische, sociale en culturele rechten verbindt de overheid zich ertoe epidemische èn endemische ziekten te voorkomen en te bestrijden. Een strategie die virusverspreiding op hoog niveau toestaat, kan men onmogelijk ‘bestrijding’ noemen. Toch is dat wat het kabinet met 2G wil doen: het virus vrij laten verspreiden onder gevaccineerden en de verspreiding onder niet-gevaccineerden dempen door hen toegang te ontzeggen tot hoogrisicolocaties. Terwijl ze elkaar op andere plekken, of zelfs in het eigen huishouden, nog wel tegenkomen. Of een besmetting komt binnen via schoolgaande kinderen. 2G is dus geen dekkend systeem. Gevaccineerden verspreiden het virus immers ook.
Met Omikron op de loer, is een systeem dat verspreiding toestaat een valse belofte op terugkeer naar het oude normaal. Ook tijdens deze golf zien we: de meest kwetsbare personen worden, ondanks vaccinatie, nog steeds hard getroffen. Er is een recordaantal besmettingen in verpleeghuizen en ook het aantal sterfgevallen loopt er weer op.
We lonken naar Israël, waar boosters de schade van Delta aanzienlijk leken te beperken. Wat we niet willen zien, is dat er in Israël naast boosteren een slim beleid onder zat: Inreisbeperkingen, 2 meter afstand, maskers voor iedereen ouder dan 7 jaar en voordat het schooljaar er begon werd alle ouders gevraagd hun kinderen te testen. Dat hield de scholen goeddeels coronavrij en dat scheelt. Israël zet dus niet alleen in op vaccineren, maar op een heel palet aan maatregelen, waarbij “testen, testen en nog meer testen” de ruggengraat vormt.
Het Nederlandse coronabeleid heeft niet een dergelijke ruggengraat. Het laat zich eerder kenmerken door ‘grote stappen snel thuis’. Nu is het in het verhitte vaccinatiedebat een lulligheid aan het worden om op onze grondrechten te wijzen. Maar voordat we overgaan tot een ingrijpende inperking van die grondrechten, is het toch belangrijk te realiseren dat niet alle minder ingrijpende middelen zijn uitgeprobeerd en zeker niet uitgeput.
Pilaren van de coronabestrijding
We lijken steeds de belangrijkste pilaren van de coronabestrijding over te willen slaan: Testen, traceren, isoleren, quarantaine. Nederland investeert er heel weinig in. Van laagdrempelig en fijnmazig testen is helemaal geen gebruik gemaakt. Dat bereik je bijvoorbeeld met veel testlocaties, maar die hebben we in Nederland niet. “Met minder testlocaties grote aantallen wegzetten … als waren we Unilever”, aldus de Jonge.
Het bron- en contactonderzoek spoort in nog geen kwart van de gevallen de bron op. Mensen krijgen slechts een dringend advies om in quarantaine te gaan. In het kader van ‘proportionaliteit’ is het wellicht effectiever om – in plaats van 2G – over te gaan tot een wettelijke verplichting tot isolatie en quarantaine van besmettelijke personen. Zoals bij een Groep A ziekte wettelijk gezien altijd al een mogelijkheid zou zijn geweest.
We hebben meer ‘gereedschappen’ achter de hand: zoals FFP2-maskers in de zorg, want ook in de zorgsetting raken mensen besmet. Mondneusmaskers in alle binnenruimten voor iedereen vanaf 6 jaar, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert. Ook als je zit. Goede ventilatie op scholen, CO2meters en hepafilters. De schoolvakanties anders indelen.
We hebben nauwelijks maatregelen die écht iets doen met ons gedrag. Uit gedragsonderzoek blijkt dat 70% van de positief getesten thuisblijft na een positieve test. Nog maar 3% gaat op visite. De mensen die wel naar buiten gaan, doen dat voornamelijk om een luchtje te scheppen. Zonder quarantaineplicht zou dit al een bijna dekkend systeem kunnen zijn, als de vaccinatiebereidheid nou maar wat hoger zou zijn.
Bestrijden in plaats van verspreiden
Israël zet niet alleen in op het voorkomen van ernstige ziekte door vaccinatie, maar ook op het tegengaan van verspreiding. Denemarken lijkt ook meer in te willen zetten op een dergelijke strategie. Wij lijken voor een strategie te willen gaan die het ons toestaat het coronavirus te blijven verspreiden, zonder zo’n slim vangnet. 2G en alles open. Of: iedereen gevaccineerd en we kunnen weer. Dat zal onherroepelijk weer eindigen in lockdowns en code zwart. De vaccins geven immers geen steriele immuniteit.
Het is daarom nog lang geen tijd voor 2G. En ook niet voor een vaccinatieplicht. Laten we eerst een begin maken met het tegengaan van verspreiding. Door overal een mondneusmasker te dragen bijvoorbeeld. Dat is wel het minste wat we zouden kunnen doen om de zorg overeind te houden. En door in te zetten op ‘testen, testen en nog meer testen’. Door alle besmettelijke personen op te sporen en in quarantaine te zetten.
De steeds weer terugkerende ‘lockdownachtige’ maatregelen voelen vaak zwaar aan. Toch doen we veel minder dan het lijkt. Als je je bedenkt namelijk, dat Sierra Leone – een van de armste landen ter wereld – een quarantaine-app heeft om mensen levensmiddelen te brengen zodat ze in quarantaine blijven, kan je je afvragen hoe serieus wij de bestrijding van dit virus eigenlijk nemen.